Some, any, much, many

Some and any
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Some and any

Slide 1 - Tekstslide

Blokuur agenda Les 1:

Warm up: listening practice
New grammar: some, any, much, many
Practice
Les 2:

Work check (from Tuesday)
some, any, much, many game?

Slide 2 - Tekstslide

New Grammar: some and any
You can follow along on page 37 in your book

Both some and any mean een enkele of een paar

Some apples
Any apples

Slide 3 - Tekstslide

Some (+)
Some gebruik je voor bevestigende zinnen:

I have some milk in the fridge.
We need to buy some potatoes.

Slide 4 - Tekstslide

Any (-)
Any gebruik je voor ontkenningen, en in de meeste vragen, meestal als er meerdere antwoorden mogelijk zijn.

Have you got any suggestions?
I haven't got any idea.

Slide 5 - Tekstslide

Vragen
Bij vragen waar het waarschijnlijk is dat het antwoord "ja" is, gebruik je some in plaats van any:
Could I have some bread please?

En ook als iemand iets aanbied:
Would you like some tea?

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
In bevestigende zinnen met ontkennende woorden (never, without, hardly) gebruik je any in plaats van some

I have never had any problems.
He went on a world trip without any plans.

Slide 7 - Tekstslide

New grammar: much, many
Let op! niet in je boek te vinden maar op een losse blaadje!


Slide 8 - Tekstslide

Countable and Uncountable nouns
Countable
Uncountable
Singular and plural
singular
a / an
-
some (affirmative)
some (affirmative)
any (negative)
any (negative)

Slide 9 - Tekstslide

Much
Much gebruik je bij negatief en vragend zinnen wanneer het zelfstandige naamwoord ontelbaar is.

I don't have much money left after the holidays.
How much rain is going to fall today?

Slide 10 - Tekstslide

Many
Many gebruik  je in negatief en vragend zinnen wanneer het zelfstandige naamwoord telbaar is.

I don't eat many apples to be honest.
How many people are coming to the party?

Slide 11 - Tekstslide

A lot of
A lot of gebruik je bij alle positieve zinnen waarbij de hoeveelheid van een zelfstandige naamwoord aan wilt geven.

I have a lot of apples in my fridge.
A lot of animals live in the Amazon rainforest.

Slide 12 - Tekstslide

Practice
Do exercises 36 and 37 in your book on page 38

Do the two exercises (38 and 39) on the worksheet I handed out.

Slide 13 - Tekstslide