BOA H7.2

Wettelijke eisen aan het proces verbaal
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Wettelijke eisen aan het proces verbaal

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
  • Terugblik H. 7.1: De functie van het proces verbaal.
  • Leerdoelen 
  • Hoofdstuk 7.2 De wettelijke eisen aan het proces verbaal.
  • Het BOA spel
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bij een sepot neemt het OM de beslissing om niet (verder) te vervolgen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Van vervolging kan worden afgezien tot:
A
het aanhouden van de verdachte
B
De OVJ de zaak onder zich heeft
C
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen
D
de verdachte is veroordeeld.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een artikel 12 procedure?

Slide 6 - Open vraag

Na een transactie kan het OM overgaan op strafvervolging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze straf kan niet worden opgelegd bij een strafbeschikking:
A
Geldboete
B
Onttrekking aan het verkeer
C
Taakstraf
D
vrijheidsstraf

Slide 8 - Quizvraag

De OVJ kan een strafbeschikking uitvaardigen voor een overtreding of misdrijf met een gevangenisstraf van niet meer dan
A
2 jaar
B
4 jaar
C
6 jaar
D
8 jaar

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel uur mag een Halt-afdoening maximaal duren?
A
10
B
20
C
30
D
Dat bepaald de rechter.

Slide 10 - Quizvraag

Verony (13 jaar) heeft een eerdere Halt-afdoening afgerond. Nu heeft ze een bushokje vernielt en is opgepakt. Wie mag haar een halt-afdoening opleggen?
A
Alleen de OVJ
B
De OVJ en de HOVJ
C
Het gerechtshof
D
De opsporingsambtenaar, de HOVJ en de OVJ

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel keer mag een jeugdige ter zake leerplicht naar halt worden verwezen?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke Halt-straffen?

Slide 13 - Woordweb

Leerdoelen van vandaag:
Jij kan benoemen:
  • Op welk moment een PV wordt opgemaakt.
  • Op welke wijze een PV wordt opgemaakt.
  • Welke mededelingen in een PV moeten worden opgenomen.
  • Wanneer en aan wie het PV moet toekomen.

Slide 14 - Tekstslide

Artikel 152WvSv
  1.  De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
  2.  Het opmaken van proces-verbaal kan onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie achterwege worden gelaten.

Slide 15 - Tekstslide

De functie van het proces verbaal:
  • Wettig bewijsmiddel
  • Moet objectief zijn.
  • Alle feiten en omstandigheden die door de opsporingsambtenaar zijn waargenomen moeten vermeld zijn.

Slide 16 - Tekstslide

De wijze van opmaken
  • Op ambtseed of amtsbelofte
  • Persoonlijk opmaken
  • Dagtekenen
  • Ondertekenen
  • Zo veel mogelijk redenen van wetenschap bevatten. 

Slide 17 - Tekstslide

Video opdracht:
Bekijk de video: welke redenen van wetenschap zie je?

Zit er nog verschil in redenen van wetenschap tussen Amy en Joost?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

De inhoud van het proces verbaal
  • Feiten en omstandigheden die zijn waargenomen of ondervonden.

Waarnemen: is met de zintuigen. 

Slide 20 - Tekstslide

De bestemming van het PV
Opgemaakte processen-verbaal met eventueel inbeslaggenomen voorwerpen, aangiften en berichten ter zake strafbare feiten onverwijld in bij de hulpofficier van justitie (HOVJ)

Slide 21 - Tekstslide