3.3 lenzen

3.3 Lenzen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Lenzen

Slide 1 - Tekstslide

Waar worden lenzen gebruikt? en waarom?


Slide 2 - Tekstslide

Bolle lens
  • Vergrootglas
  • Waar de lichtstralen samen komen in één punt noem je het brandpunt

Slide 3 - Tekstslide

Brandpunt
  • Als je de lens omdraait, zie je precies hetzelfde. De lens heeft dus aan beide kanten een brandpunt. 

  • De brandpuntsafstand is de afstand van de lens tot het brandpunt 

Slide 4 - Tekstslide

Een bolle lens heet een positieve lens.

Hij is in het midden dikker dan aan de rand.

Een bolle lens convergeert de lichtstralen die door de lens gaan.

Slide 5 - Tekstslide

Een holle lens heet een negatieve lens.

Hij is in het midden dunner dan aan de rand.

Een holle lens divergeert de lichtstralen die door de lens gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Positieve en negatieve lenzen
positieve: bolle lenzen --> werken convergerend
negatieve: holle lenzen --> werken divergerend

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
bladzijde 132
opgave 1 t/m 12

Slide 8 - Tekstslide

                                     Beeldconstructie

Slide 9 - Tekstslide

De afstand tussen het brandpunt en de les heet brandpuntsafstand (f)

De afstand tussen het voorwerp en de les heet voorwerpsafstand (v)

De afstand tussen het beeld en de lens heet beeldafstand (b)

Slide 10 - Tekstslide

De afstand tussen het brandpunt en de les heet brandpuntsafstand (f)

De afstand tussen het voorwerp en de les heet voorwerpsafstand (v)

De afstand tussen het beeld en de lens heet beeldafstand (b)

Slide 11 - Tekstslide

De drie constructie lijnen kan je dus gebruiken om een beeld te maken

Slide 12 - Tekstslide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 13 - Tekstslide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
bladzijde 135
opgave 13 t/m 25

Slide 15 - Tekstslide