Burgerschap 3.4 Cultuur SV Aventus

Burgerschap
CULTUUR
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap
CULTUUR

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op vorige les
  • Normen en waarden;
  • Je cultuur, tijdperk waarin je leeft, situatie en je sociale groep bepalen de normen en waarden.
  • Verschil tussen normen en waarden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen deze week
  • Je kunt uitleggen wat cultuur, traditie, subcultuur en tegencultuur betekenen;
  • Je kunt het begrip globalisering uitleggen;
  • Je kent de elementen waaruit een cultuur is opgebouwd en voorbeelden daarvan geven;
  • Je kunt concrete voorbeelden geven van uitwisseling tussen culturen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldwijd zijn er verschillende culturen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur volgens jou?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
  • Cultuur = hoe mensen samenleven en dingen met elkaar delen. Omvat zaken als: de geschiedenis van een land, taal, tradities, bouwwerken, kunst, eetgewoonten en zelfs de manier waarop mensen met elkaar en met dieren omgaan. 
  • Cultuur verandert altijd omdat mensen steeds nieuwe dingen bedenken en van elkaar leren. Het is een soort 'sociale mengelmoes' die zich door de tijd heen ontwikkelt en is altijd in beweging!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Erfgoed
  • Als we het hebben over geschiedenis en cultuur hebben we het vaak over erfgoed, het kan dan gaan om:
  • Materieel erfgoed - Tastbare overblijfselen van de geschiedenis, zoals: historische gebouwen, landschappen en kunst, of
  • Immaterieel erfgoed - Overgenomen gewoonten, feesten, tradities en ambachten van een vorige generatie. Voorbeelden? Nieuwe generaties betekent nieuw immaterieel erfgoed.

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: Zomercarnaval Rotterdam, Bloemencorso, Koningsdag.

Nieuwe generaties betekenen nieuw immaterieel erfgoed---> Pride Amsterdam
Klassikaal: Nederland?
  1. Wat zijn drie Nederlandse tradities waar bijna iedereen aan meedoet?
  2. Welke Nederlandse gewoonten vind jij ingewikkeld, gek of té overdreven en waarom?
  3. Aan welke Nederlandse gewoonten zou iemand uit het buitenland het moeilijkst kunnen wennen en aan welke het makkelijkst?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn subculturen?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur
  • Een kleinere groep met eigen normen en waarden binnen een grote cultuur (dominantie cultuur)
  • Etnische subcultuur: mensen met een andere culturele achtergrond dan de cultuur van het land waarin zij wonen
  • Regionale subcultuur: Gebruiken die in een regio vanzelfsprekender zijn dan in een andere regio
  • Ook muzieksmaak, hobby's of kleding kunnen een subcultuur vormen (hippie's, punk, swifties)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Subculturen
  1. Maak een lijst van zoveel mogelijk subculturen!
  2. Tot welke subculturen hoor jij? Of met welke subcultuur voel jij je het meest verbonden?
  3. Kies één subcultuur uit. Dit mag een subcultuur zijn waar jij je thuis voelt, maar het mag ook een subcultuur zijn die jij gewoon interessant vindt!
  4. Verdiep je in deze subcultuur. Beschrijf de gewoonten, gebruiken, waarden en normen die horen bij deze subcultuur.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegencultuur
  • Zet zich af tegen de dominante cultuur
  • Verzetten zich tegen de gevestigde macht, bijvoorbeeld in de 20e eeuw: The Suffragettes 'votes for woman!'
  • Een tegencultuur kan politiek gekleurd zijn, maar ook kunstenaars of dierenactivisten behoren tot de tegencultuur en bijvoorbeeld actueel: klimaatactivisten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiculturele samenleving
  • Wanneer er meerdere culturen een samenleving vormen, spreken we over een multiculturele samenleving.
  • Omdat verschillende culturen naast elkaar leven, beïnvloed de ene cultuur ook weer de ander = cultuurverrijking
  • Migratie (vluchtelingen, arbeidsmigratie etc. etc.) is hier verantwoordelijk voor. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multicultureel betekent met mensen en gewoonten uit verschillende culturen
  1. Bij integratie worden nieuwe mensen of culturele elementen opgenomen in een bestaande cultuur. De cultuur maakt ruimte!
  2. Bij assimilatie past een nieuwkomer zich volledig aan de bestaande cultuur aan. Het is alsof je van een andere stad naar een nieuwe stad verhuist en alles doet zoals de mensen daar, van hun gewoonten tot hun kledingstijl.
  3. Bij segregatie leven groepen naast elkaar maar wisselen ze niets uit. De Apartheid is daar een berucht voorbeeld van.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Stelling 1: ''Trouwen met iemand uit een andere cultuur geeft problemen.'

Geef een argument voor en een argument tegen.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GLOBALISERING

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Toen in 1492 de 'Nieuwe Wereld' werd ontdekt, was er culturele uitwisseling tussen verschillende werelddelen, al dan niet op hardhandige wijze (denk aan slavernij)

In Nederland en de rest van de Westerse wereld is de Amerikaanse cultuur sinds begin van de 20e eeuw zeer dominant geworden, mede door tweede wereldoorlog (redders) en hierdoor ontstonden allerlei uitwisselingen  op het gebied van films, eten, muziek en feestdagen. Europees en Amerikaans consumentengedrag is anno nu veelal hetzelfde.

Door het internet gaat de globalisering sneller. We komen nu ook in contact met muziek uit Korea, tekenfilms uit Japan, eten uit Latijns-Amerika etc. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Stelling 2: ''Van andere culturen kun je belangrijke dingen leren''

Geeft een argument voor en een argument tegen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Cultuur, traditie, sub- en tegencultuur hebben allemaal met elkaar te maken. 
  • Geschiedenis, kunst, muziek, normen en waarden, eten, kleding, godsdienst, bouwkunst zijn onderdelen van cultuur.
  • Globalisering zorgt er sterk voor dat culturen van over de hele wereld elkaar beïnvloeden.
  • Migratie beïnvloed andere culturen en cultuur is altijd in beweging! Bijvoorbeeld: herziening Sinterklaasfeest

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies