- koppelww koppelt een zin met een naamwoordelijk deel
- naamwoordelijk deel: dat wordt vergeleken met een onderwerp.
- koppelwerkwoord kan nooit zelfstandig voorkomen.
- er zijn er acht:
- zijn 5. schijnen
- worden 6. lijken
- blijven 7. heten
- blijken 8. dunken
voorbeelden:
1. Koen is lief voor iedereen
Lief is het naamwoordelijk deel, Walter is het onderwerp
2. Ella blijft ook dit jaar voorzitter
Voorzitter is het naamwoordelijke deel, Ella is het onderwerp.