HV2 Talent 4.5 Woorden

Hoofdstuk 4 woorden
Pak je boek erbij en je iPad!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 woorden
Pak je boek erbij en je iPad!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen?
  • Vorming van zelfstandige naamwoorden
  • Blooket woorden 4.5
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'pathetisch'?
A
precies het beeld dat je verwacht
B
apart, los van andere mensen
C
overdreven hartstochtelijk, dramatisch
D
verstandig

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'in spe'?
A
in de toekomst
B
vanaf het begin
C
precies het beeld dat je verwacht
D
van tevoren

Slide 4 - Quizvraag

Woordvorming ZN

  1. van een werkwoord
  2. van een bijvoeglijk naamwoord
  3. van twee losse woorden
  4. door het toevoegen van een voor- of achtervoegsel 

Slide 5 - Tekstslide

Een werkwoord
Afleiding:
  • het + heel werkwoord 

  • werkwoord + achtervoegsel
het eten, het leren

eten + er --> de eter
vergissen + ing -->
de vergissing

Slide 6 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord
Afleiding:
  • BN + achtervoegsel
vrij + heid --> vrijheid
lief + je --> liefje

Slide 7 - Tekstslide

Twee losse woorden
Samenstelling
  • BN + ZN
  • ZN + ZN
  • WW + ZN
snel+ trein--> sneltrein
hand + doek--> handdoek
werken + ervaring --> werkervaring

Slide 8 - Tekstslide

Voor- of achtervoegsel
Afleiding
  • ZN + achtervoegsel
  • voorvoegsel + ZN
leraar + es --> lerares
anti + stof--> antistof

Slide 9 - Tekstslide

Het woord 'koelwagen' is een combinatie van
A
WW+ZN
B
WW+BN
C
BN+ZN
D
ZN+ZN

Slide 10 - Quizvraag

Het woord 'leraar' is een combinatie van
A
WW + achtervoegsel
B
BN + achtervoegsel
C
ZN + achtervoegsel
D
BN + ZN

Slide 11 - Quizvraag

Het woord 'prinses' is een combinatie van
A
WW + achtervoegsel
B
BN + achtervoegsel
C
ZN + achtervoegsel
D
BN + ZN

Slide 12 - Quizvraag

Het woord 'kleinkunst' is een combinatie van
A
WW+ZN
B
WW+BN
C
BN+ZN
D
ZN+ZN

Slide 13 - Quizvraag

Het woord 'vrouw' is een
A
afleiding
B
samenstelling
C
geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Het woord 'consument' is een
A
afleiding
B
samenstelling
C
geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Het woord 'winkelstraat' is een
A
afleiding
B
samenstelling
C
geen van beide

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is het werkwoord 'hengelen' gemaakt?
A
WW+en
B
ZN+en
C
BN+en
D
combinatie van twee van bovenstaande

Slide 17 - Quizvraag

Blooket woorden 4.5

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Je gaat opdracht 2, 4, 5 en 6 maken van paragraaf 4.5 woorden.
  • Overleggen met elkaar, mag.
  • Ben je klaar? Begin alvast aan opdracht 8.

Slide 19 - Tekstslide