Literatuurgeschiedenis grote drie / naoorlogs proza

Belangrijke data
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Belangrijke data

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De Tweede Wereldoorlog

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leg in je eigen woorden uit wat het existentialisme inhoudt.

Slide 6 - Tekstslide

De mens bestaat eerst (existentie) en bepaalt dan zelf wat hij zal zijn en wordt (essentie) NIET GOD DUS!
De mens is veroordeeld tot vrijheid
De mens is geheel verantwoordelijk (geen bevel, religie of gewoonte
 De wereld is chaotisch, onverschillig en vijandig, de zin van het leven bestaat niet
De mens moet deze zelf vinden, en kiest op basis wat voor hem betekenis heeft  chaotisch en gebaseerd op toeval

Slide 7 - Tekstslide

existentialisme in de literatuur
Vooral in Frankrijk een literaire stroming: Sartre, De Beauvoir, Camus.

 In Nederland niet zozeer een stroming als wel een invloed:
W.F. Hermans en Reve: het leven is zinloos, zit vol mislukkingen en toevalligheden.

Slide 8 - Tekstslide

existentialisme in de literatuur
  • menselijke relaties zijn gebrekkig 
  • personages ervaren sterk gevoel van eenzaamheid 
  • mens wordt bedreigd door massale gevaren (honger, techniek, oorlog) 
  • het leven is absurd en chaotisch (onlogisch) 
  • er is geen perspectief in het menselijk bestaan 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

1) Waar gaat het boek de avonden over?
2) Hoe komt de hoofdpersoon op je over?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

1) Waar gaat het boek de avonden over?
2) Hoe komt de hoofdpersoon op je over?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoe zie je de thematiek terug?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Aan de (aan)slag!
Nieuw Nederlands literatuur opdracht 9.2, 9.3 en 13.2
weekopdracht 3

Slide 22 - Tekstslide