Het Gouden Ei - les 3: thema, motieven, moraal, mening, argumenten, genres

Nederlands 
P3 - 2021/2022 - V3 - Les 3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
P3 - 2021/2022 - V3 - Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les ...
... heb je een aantal literaire begrippen geleerd die te maken hebben met de titel, de setting (tijd en ruimte), de personages en het begin van een verhaal. 

... deze begrippen heb je toegepast op hoofdstuk 1 van Het Gouden Ei.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...

... ken je een aantal literaire begrippen die te maken hebben met het thema, motieven, moraal, mening, argumenten en genres
... heb je hoofdstuk 2 van Het Gouden Ei gelezen.
... heb je bovenstaande begrippen toegepast op het boek.

Slide 3 - Tekstslide

De theorie van vandaag

  • Thema, motieven, moraal
  • Mening en (soorten) argumenten
  • Genres


Slide 4 - Tekstslide

Thema & Motieven
Thema Verhalen gaan ergens over. Ze hebben een diepere bedoeling.  In één verhaal kunnen meerdere thema's voorkomen.

Verhaalmotieven Gebeurtenissen, gevoelens, situaties, onderwerpen die vaker terugkomen in een verhaal.  

Leidmotief Woorden of zinnen of concrete voorwerpen die vaker (letterlijk) terugkomen in een verhaal. 

Slide 5 - Tekstslide

Moraal


Moraal
Een wijze les. De schrijver wil iets zeggen over wat goed of fout is en hoe mensen zouden moeten leven.  

Slide 6 - Tekstslide

Mening & Argumenten
Beoordelingswoorden Je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.
(spannend, mooi, verdrietig, interessant, verrassend, etc.)

Argumenten Je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek spannend, interessant of anders vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.

Slide 7 - Tekstslide

Mening & Argumenten

Emotieve argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)

Realistische argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel) 

Morele argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)

Slide 8 - Tekstslide

Genres
Genres Een boek kun je indelen bij een genre. Genre = verhaalsoort. Een boek kan tot meerdere genres behoren.

Genre bepalen Het genre bepaal je door te kijken welke onderwerpen/thema's het belangrijkste zijn in een verhaal.

Op de volgende slides worden verschillende genres toegelicht.

Slide 9 - Tekstslide

Genres
Thriller Een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon in een levensbedreigende situatie terechtkomt. 

Dystopische roman Een verhaal over een wereld die door rampen of dictatuur bijna niet meer leefbaar is.

Ontwikkelingsroman Een verhaal over het volwassen worden van een (jonge) hoofdpersoon.




Slide 10 - Tekstslide

Genres
Psychologische roman Een verhaal waarin de nadruk ligt op de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon (meer dan op de gebeurtenissen).

Detective Een verhaal waarin een speurder probeert te achterhalen wie een misdrijf heeft gepleegd.

Avonturenroman In een avonturenroman speelt 'een held' de hoofdrol. Er gebeuren allerlei spannende dingen en daar gaat het om.

Slide 11 - Tekstslide

Genres

Fantasy Een verhaal met fantasiewezens in een fantasiewereld.

Science fiction Een toekomstverhaal (vaak in de ruimte/ruimtevaart of nieuwe technieken).

Reisverhaal Een verhaal waarin een verslag wordt gegeven van een reis.


Slide 12 - Tekstslide

Genres
Historische roman Een verhaal waarin een belangrijke gebeurtenis (of gebeurtenissen) uit de geschiedenis een belangrijke rol spelen.

Oorlogsroman Een verhaal dat zich afspeelt in een oorlog (voornamelijk Tweede Wereldoorlog).

Geëngageerde roman Een verhaal waarin eigentijdse problemen in onze samenleving aan bod komen.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Beantwoord nu de vragen op de volgende slides. De vragen gaan zowel over de theorie die je deze les hebt geleerd als over de theorie uit de vorige les.

Slide 14 - Tekstslide


Ben je in hoofdstuk 2 nog meer te weten gekomen over de manier waarop de titel past bij het verhaal.
Leg uit!

Slide 15 - Open vraag


Waar (ruimte) speelt het verhaal zich in hoofdstuk 2 af?
Geef per ruimte aan waarom deze wel/niet belangrijk is. voor het verhaal. Passen deze ruimtes wel/niet bij de sfeer in het boek?

Slide 16 - Open vraag


Zijn er personen bij gekomen in hoofdstuk 2? Wie? En wat kun je over zijn/haar/hun rol vertellen?

Slide 17 - Open vraag

Speelt hoofdstuk 2 zich voor of na hoofdstuk 1 af?

Slide 18 - Open vraag

Is er in hoofdstuk 2 sprake van tijdsprongen? Zo ja, welke?

Slide 19 - Open vraag

Welk thema/welke thema's komen er voor in het boek? Licht je antwoord per thema toe.

Slide 20 - Open vraag

Welke verhaalmotieven en leidmotieven kom je tegen in het verhaal?

Slide 21 - Open vraag

Kun je een moraal uit het verhaal halen? Zo ja, welke moraal?

Slide 22 - Open vraag

Geef je mening over het Gouden ei. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument.
Onderbouw je mening ook met voorbeelden uit het boek.

Slide 23 - Open vraag

Tot welk genre/welke genres behoort het Gouden ei?
Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Einde van de les!

Hoofdstuk 1 en 2 zijn uitgeplozen! 
Op naar hoofdstsuk 3 in de volgende les.

Slide 25 - Tekstslide