Orde houden

Bijeenkomst 6
Verder met Orde - VIL
Attributies

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatievaardighedenHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 6
Verder met Orde - VIL
Attributies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 6 oktober
Attributies
Orde houden
Proeftentamen op blackboard


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How many digits....

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

attributietheorie
verwijst naar hoe leerlingen kunnen denken over hun eigen succes of falen. Het gaat er met name om hoe leerlingen succes of falen toeschrijven aan factoren in of buiten hun eigen invloedssfeer. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cijfers...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 dimensies van attributie
Locus: wie of wat is de oorzaak? (jij? een ander? iets anders?) (intern of extern)
stabiliteit: hoe vaak en wanneer komt het voor? (op vaste tijden? onverwachts?) (stabiel of variabel)
Controle: hoeveel controle heb je zelf over de situatie?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik haal slechte cijfers omdat ik niet kan rekenen (dom ben).
Wie zijn mislukkingen toeschrijft aan persoonlijke factoren, zal een opmerkelijke daling zien van zijn zelfvertrouwen. Hij gebruikt dan een interne locus of control.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stabiliteit
Als een leerling zijn mislukking toeschrijft aan factoren die volgens hem na verloop van tijd stabiel zijn (bijvoorbeeld hoe moeilijk de opgaven  die de docent geeft altijd zijn), dan zal zijn motivatie om te slagen dalen
Er zijn uitzonderingen: heeft hij geen last van

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

controleerbaarheid
Heb je zelf controle over de 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leerling haalt motivatie na succes uit het:
A
intern toeschrijven van succes
B
extern toeschrijven van succes
C
hebben van controle en stabiliteit
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

self-serving bias
Bij hulpverleners komt het voor dat ze de verantwoordelijkheid voor genezing accepteren en toeschrijven aan hun therapie, interventie of geneeskunde. Iedereen vindt zichzelf nl. effectief en belangrijk hierin. Als het misgaat met een behandeling, wordt dit ook hier vaak geweten aan omstandigheden die buiten de mogelijkheden van de behandelaar liggen en vaak wordt de verantwoordelijkheid afgewezen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Of het omgekeerd: self-handicapping

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

of omgekeerd self-handicapping

Slide 13 - Tekstslide

zelfvertrouwen zou geschaad kunnen raken. Fop jezelf.

- ik heb niet voor de toets kunnen leren
- Ik had mijn boek dit weekend niet
- ik was ziek
Zelfvertrouwen (self-efficacy, het geloof dat we in onszelf hebben om te slagen in het leren) is belangrijk.
 Dit is zeker zo bij tegenslagen, als er iets niet goed gaat of als er fouten worden gemaakt. 
Dit kan al snel leiden tot uitspraken als: ‘ik kan het toch niet’, ‘ik wil het niet’, met als gevolg dat een leerling ‘dan maar niets meer doet’. Zo schrijft Hattie (2014, pg. 64): 

- Een leerling met een negatief zelfbeeld en laag zelfvertrouwen (self-efficacy):

Zal bij mislukkingen lang stil staan bij eigen tekortkomingen of ondervonden problemen en zal de eigen rol ontkennen (attributiefout)
  • Krijgt niet snel het zelfvertrouwen terug
  • Ziet vaker af van moeilijke taken
  • Heeft weinig of geen betrokkenheid bij het doel


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef feedback (TG02)
Op het leerproces:
Wat kan de leerling (al)? (geef vertrouwen)
Wat kan de leerling nog niet? (de volgende stap)
Waar/wat/hoe kan de leerling verder  om dit te bereiken?


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terug naar thema Orde

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

horizontale as is de relationele as

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag in de interactiecirkel is complementair.
Dit betekent dat als de docent volgend is, dan is de leerling......
A
volgend
B
leidend
C
afwachtend
D
afzettend

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een leerling gaat de strijd met je aan:
Hoe kun je in theorie het best reageren?
A
terugstrijden
B
Dominant -winnen
C
Leiding geven
D
Zorgen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De relationele as
Roept geen samengedrag op, versterkt tegengedrag.
Samengedrag roept samengedrag op.

Dit noemen we een symmetrische reactie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil jij?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet de strip van een betekenisvolle situatie in de klas. Wat zou jij doen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reacties van leraren op ordeverstorend gedrag
A
vermijdingsgedrag (je negeert)
B
Erkennen van het probleem
C
De strijd aanbinden
D
Je focussen op de leerlingen die wel willen.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

docent is ook opvoeder

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je een vertrouwensrelatie?
Spiegel de leerling (non-verbaal)
Doe er een schep bovenop (trek het naar het belachelijke)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies