Rouwbloemwerk vormgeving

Vormleer in de Bloemsierkunst
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Bloem en stylingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vormleer in de Bloemsierkunst

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt vormen verdelen in natuurlijke en kunstmatige vormen.
• Je kunt vormen verdelen in enkelvoudige en samengestelde vormen.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen het gebruik van vormen in harmonie en in contrast.
• Je kunt uitleggen wat een patroon is.
• Je kunt uitleggen hoe je gebruik kunt maken van de restvorm.
• Je kunt uitleggen wat open en gesloten vormen zijn.
• Je kunt uitleggen wat veeleisende en weinig eisende vormen zijn.
• Je kunt de wisselwerking tussen vormgeving en techniek beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Vormentaal
Er zijn geruststellende vormen, zoals er ook angstaanjagende vormen zijn, frivole vormen, ingetogen vormen, intelligente en domme vormen. 

 Of het nu gaat om een hele stad of alleen maar om een melkkruk, of het nu gaat om een balzaal of een kerkhof, een kroontjespen of een schrijfmachine, de vorm ervan doet ons iets, beïnvloedt ons.”
                                                                            
Bron: J.J. Beljon

Slide 3 - Tekstslide


Welke vormgeving is toegepast in deze kistversiering?
A
modern
B
experimenteel
C
klassiek
D
veelkleurig

Slide 4 - Quizvraag


Welke vormgeving is toegepast in deze kistversiering?
A
modern
B
experimenteel
C
klassiek
D
veelkleurig

Slide 5 - Quizvraag


Welke vormgeving is toegepast in deze kistversiering?
A
modern
B
experimenteel
C
klassiek
D
veelkleurig

Slide 6 - Quizvraag

Vormsoorten van Beljon

  1. collectie
  2. herhaling
  3. samenhang
  4. splijten
  5. frommelvormen
  6. insnoeren
  7. stapelen
  8. knopen
  9. verbinden
  10. binden
  11. dragen
  12. hangen
  13. stutten
  14. trekken
  15. scheuren
  16. vouwen
  17. weven

Slide 7 - Tekstslide

Gregor Lersch

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Beginnen bij het begin
Lees in de bron van het ontwikkelcentrum:
- vormentaal
- Natuurlijke en kunstmatige vormen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Werken aan de leerdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt vormen verdelen in natuurlijke en kunstmatige vormen.
Hoe ga je dit laten zien?
  • Maak in je omgeving 5 foto's van natuurlijke vormen
  • Maak in je omgeving 5 foto's van kunstmatige vormen
  • Zet deze foto's elk op een aparte dia voor natuurlijke vormen en kunstmatige vormen in PowerPoint en lever dit digitaal in bij de docent

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt vormen verdelen in enkelvoudige en samengestelde vormen.
Hoe ga je dit laten zien:
  • Kijk het filmpje over het tekenen van vormen
Deel 1
  • Neem foto's of zoek foto's van enkelvoudige vormen  (3x)
  • Bewerk ze digitaal, door de vorm als een lijn er op te zetten
Deel 2
  • Neem foto's of zoek foto's van samengestelde vormen
    (3x)
  • Bewerk ze digitaal, door de vorm als een lijn er op te zetten

  • Lever deze uitwerkingen in op dia's in PowerPoint bij je docent

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt het verschil uitleggen tussen het gebruik van vormen in harmonie en in contrast

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat een patroon is
Patroon bevat:
  • ritme
  • herhaling

Dit kun je doen met vormen en kleuren

Opdracht:
 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht Harmonie en Contrast



Andy Warhol werd vooral bekend om zijn contrastrijke schilderijen.
Contrast = verschil tussen tegenstellingen (zwart/wit; dag/nacht)
Een tegenoverstelling van contrast is harmonie. Harmonie = samenhang, overeenstemming

Opdracht:
Maak twee kleurrijke portretten in de stijl van Warhol met : 1 Contrast  en 2 Harmonie

  1. Neem twee zwartwit afdrukken van een goede foto van jezelf 
  2.  (Ook leuk: maak eerst samen de foto’s!)
  3. Bewerk 1 portret met kleuren die in contrast met elkaar zijn, bewerkt 1 portret die in harmonie met elkaar zijn
  4.  Handig kan zijn om maar 2 kleuren te nemen en deze te mengen. Let goed op de kleurencirkel! 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide