Thema 7 WW en Woordendictee

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

Ik eet geen vlees en vis.
Ik ben een ........

Wij zijn met z'n .......

De klas uit 1946 hield in 2023 een .......

Dit is een bladzijde uit het ...... van mijn moeder.

Dit boek heeft meer dan honderd ......

Dit land heet .....

Hoeveel .... staan in dit kantoor?

Wat veel ...... staan er op de grond.

Hoeveel ...... zitten er in dit recept?

Zomers draag ik graag .... kleding.

Dit jongetje doet een .....

De burgemeester kwam de taart ..... overhandigen.

Welke ..... heb jij?

Je moet met glas ..... zijn.

Wat een .... huis is dit.

Er wordt veel personeel gezocht, de ........ is goed.

Wat voor ..... zijn er deze zomer?

Weet jij hoe de ..... van Amerika heet?

De ..... was uitgevallen. Nu is het donker in de stad.

Hoe is het met jouw .... gesteld?

werkwoord: schrijven

VD

Mijn tante heeft een gedicht .........

werkwoord: brengen

VD

Hij heeft een cadeau .....

werkwoord: roepen

VD

Mijn vader heeft heel hard een scheldwoord  ........

werkwoord: bewijzen

VD

De politieagent heeft ........ dat hij de dader is.

werkwoord: wegen

VD

Ik heb de tomaten .....

werkwoord: bespuiten

VD

De boer heeft de planten ......

werkwoord: bespuiten

VD

De boer heeft de planten ......

Zwakke werkwoorden

werkwoord: proeven

VD

Ik heb het dropje ........

werkwoord: aanschaffen

VD

Iedereen heeft een computer .....

werkwoord: voorbereiden

De ....... spreekbeurt ging goed.

werkwoord: verblijden

Het ....... kind bedankte oma.

werkwoord: wedden

Joris ... dat hij gaat winnen.

TT

werkwoord: profiteren

De hele wijk ...... van de gewonnen prijs.

VT

werkwoord: vergroten

Gisteren ..... mijn moeder de foto.

VT

werkwoord: vergroten

De ....... foto is mooi geworden.

werkwoord: bevrijden

Het hondje is ....

werkwoord: bevrijden

Het hondje is ....

werkwoord: verspreiden

Gisteren ..... mijn moeder de foto.

VT