2.5 De Mol (en een beetje dichtheid)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Vragen huiswerk?
  • Check dichtheid
  • Uitleg molaire massa 
  • Koppeling blokschema met dichtheid

  • Maken; opdrachten (zie studiewijzer)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je leert om de molaire massa uit te rekenen van moleculen
  2. Je leert om van gram naar mol te rekenen (en andersom)

Slide 3 - Tekstslide

Kleiner, groter of gelijk aan deel B?
Checkvraag dichtheid

Slide 4 - Tekstslide

Over de dichtheid van het materiaal van deel A kan gezegd worden:
A
Kleiner dan B
B
Groter dan B
C
Gelijk aan B
D
Geen idee, ik moet gokken

Slide 5 - Quizvraag

Mijn argumentatie:
A
Het volume van A is groter, dus het gewicht van B is ook hoger.
B
Zowel het volume als de massa van B zijn tweemaal zo laag.
C
Het aantal moleculen in deel A is twee keer zo veel.
D
Geen idee, ik moest gokken.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid (mol)

Slide 9 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid (mol)
  • 1,0 mol H2O betekent dat je 6,02 . 10²³ moleculen H2O hebt.
  • 2,5 mol O2 betekent dat je 2,5 x 6,02 . 10²³ moleculen O2 hebt.
  • 8,9 . 10⁻⁶ mol H2 betekent dat je 8,9 . 10⁻⁶ x 6,02 . 10²³ moleculen H2 hebt.

Slide 10 - Tekstslide

Mm=nm

Slide 11 - Tekstslide

m=Mmn

Slide 12 - Tekstslide

n=Mmm

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Deze les
  • Vragen huiswerk?
  • Check dichtheid
  • Uitleg molaire massa 
  • Koppeling blokschema met dichtheid

  • Maken; opdrachten (zie studiewijzer)

Slide 15 - Tekstslide