2223 Quiz met toetsvragen TW2

Meerkeuzenvragen 
Hier volgen 20 meerkeuzevragen, die lijken op de vragen die je krijgt in toetsweek 2..
Houd op een blaadje bij welke vragen je goed en fout had. Achteraf bespreken we welke vragen bij welke paragraaf horen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Meerkeuzenvragen 
Hier volgen 20 meerkeuzevragen, die lijken op de vragen die je krijgt in toetsweek 2..
Houd op een blaadje bij welke vragen je goed en fout had. Achteraf bespreken we welke vragen bij welke paragraaf horen.

Slide 1 - Tekstslide

1. Onder een politieke ideologie verstaan we:
A
de lijst met de belangrijkste standpunten van een politieke partij.
B
een visie over de gewenste inrichting van de samenleving.
C
alle ideeën die er in de samenleving bestaan over de menselijke relaties en de inrichting van de samenleving.
D
de wetten die de sociaaleconomische verhoudingen regelen.

Slide 2 - Quizvraag

6. Rechtse partijen:
A
zijn voor een actieve overheid.
B
willen minder strenge straffen voor misdrijven en meer investeren in duurzaamheid.
C
vinden dat de overheid zo min mogelijk moet doen.
D
willen de inkomensverschillen verkleinen.

Slide 3 - Quizvraag

In welke van onderstaande uitspraken herken je een kosmopolitisch standpunt?
A
De doodstraf moet worden ingevoerd.
B
De lidstaten van de Europese Unie moeten op het gebied van milieu beter met elkaar gaan samenwerken.
C
Nederland moet een presidentieel stelsel krijgen.
D
Het huwelijk is ook bestemd voor mensen van gelijke sexe.

Slide 4 - Quizvraag

Welke begrippen passen het beste bij elkaar?
A
Nationalisme en populisme.
B
Christendemocratie en actieve overheid.
C
Ecologisme en vrijemarkteconomie.
D
Nationalisme en individuele verantwoordelijkheid.

Slide 5 - Quizvraag

Politieke partijen:
I. bundelen hun standpunten in een programma.
II. selecteren en leiden kandidaten op.
III. proberen burgers te interesseren voor de politiek.
IV. zijn ontstaan uit protest tegen de macht van de overheid.
A
Alleen III is juist.
B
I, II en III zijn juist.
C
II, III en IV zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van links naar rechts van de volgende partijen?
A
PvdA, D66, CDA, VVD, PVV.
B
VVD, CDA, PVV, D66, GroenLinks.
C
GroenLinks, SGP, PvdA, CDA, PVV.
D
SP, VVD, D66, PVV, PvdA.

Slide 7 - Quizvraag


A

Slide 8 - Quizvraag


A

Slide 9 - Quizvraag


A

Slide 10 - Quizvraag


A

Slide 11 - Quizvraag


A

Slide 12 - Quizvraag


A

Slide 13 - Quizvraag