Lesweek 6: Strategische opties

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je  benoemt de communicatiestrategie in een bepaalde situatie. 
  • Je geeft aan van welke actor er sprake is in een bepaalde situatie. 
  • Je legt het verschil uit tussen corporate, interne en marketingcommunicatie. 
  • Je benoemt van welke verschijningsvorm van corporate communicatie er sprake is in een bepaalde situatie.
  • Je herkent de middelen van corporate communicatie. 

Slide 2 - Tekstslide

Noem een aantal voorbeelden van offline media

Slide 3 - Open vraag

Offline communicatie
Offline marketing is het overbrengen van de waarde van producten of diensten zonder het gebruik van digitale media zoals internet. Onder offline marketing verstaan we o.a.: advertenties in huis-aan-huis en/of dagbladen, tijdschriften, televisie- en radioreclame, buitenreclame en flyers/posters/vlaggen/billboards etc..


Slide 4 - Tekstslide

Online communicatie
Alle communicatie die op een digitale wijze tot stand komt. 

Slide 5 - Tekstslide

Multimediale communicatie
Kort samengevat: Bij multimedia wordt eenzelfde verhaal verspreidt door verschillende kanalen

Slide 6 - Tekstslide

Crossmediale communicatie
Gebruikmaken van meerdere media die elkaars boodschappen versterken. Bijvoorbeeld in een commercial verwijzen naar een website. 

Slide 7 - Tekstslide

Communicatiestrategie
  • One-to-one communicatie: directe communicatie met de doelgroepen door middel van bijvoorbeeld direct marketing. 
  • One-to-many communicatie: bijvoorbeeld een presentatie geven tussen een congres. 
  • Many to many communicatie: via social media communiceren met grote groepen mensen met andere groepen.  

Slide 8 - Tekstslide

Publieksgroep
Publieksgroepen: Een groep mensen die relevant is voor het beleid van een organisatie omdat de organisatie van het denken, handelen en oordeel van deze groep afhankelijk is.

Slide 9 - Tekstslide

Marketingdoelgroep
Marketingdoelgroep: dit zijn meestal consumenten, of ‘boodschappers’ (mensen die de boodschappen doen).

Slide 10 - Tekstslide

Communicatiedoelgroep
Een communicatiedoelgroep bestaat uit de marketingdoelgroep plus de mensen die invloed kunnen uitoefenen op mogelijke kopers. Bijvoorbeeld ouders die speelgoed kopen voor hun kinderen. De ouders maken deel uit van de communicatie- en marketingdoelgroep. De kinderen horen tot de communicatiedoelgroep omdat zij interesse in het speelgoed hebben. 

Slide 11 - Tekstslide

Doelgroepen
Interne doelgroepen: alle personen binnen het bedrijf. Niet alleen de medewerkers, maar ook ex-werknemers en de ondernemingsraad. 
Externe doelgroepen: alle andere doelgroepen buiten de eigen organisatie zoals klanten, leveranciers, banken etc. 

Slide 12 - Tekstslide

Doelgroepen
Intermediaire doelgroepen: een doelgroep die kan bemiddelen tussen andere doelgroepen zoals een aanbeveling geven door een huisarts. 
Primaire doelgroep: de mensen die grote invloed hebben op de doelgroep (denk aan ouders etc. )
Secundaire doelgroep: mensen die verder af staan van de doelgroep bijvoorbeeld collega's. 

Slide 13 - Tekstslide

Een medewerker van de bibliotheek hangt bij de plaatselijke basisscholen posters op om een activiteit aan te kondigen.
Van welke communicatiestrategie is hier sprake?
A
Many to many-communicatiestrategie
B
Multimediale communicatie
C
Offline communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Communicatiemedewerker Leila Janssen van gemeente Boelen organiseert een inspraakavond voor bewoners uit probleemwijk Bomenkwartier. Om mensen uit te nodigen voor deze avond stuurt ze een uitnodiging per post, hangt ze posters op en deelt ze flyers uit.

Welke communicatiestrategie gebruikt Leila om de bewoners uit te nodigen?
A
Multimediale communicatie
B
One-to-one communicatie
C
Online communicatie

Slide 15 - Quizvraag

In een draaiboek Publiciteit voor een groot evenement is ook de pers als doelgroep opgenomen.
Tot welke actor behoort de pers?
A
Intermediaire doelgroep
B
Interne doelgroep
C
Primaire doelgroep

Slide 16 - Quizvraag

De communicatiemedewerker van een fabriek stuurt een nieuwsbrief naar de omwonenden.

Tot welke doelgroep behoren de omwonenden?
A
Intermediaire doelgroep
B
Interne doelgroep
C
Publieksgroep

Slide 17 - Quizvraag

Een medewerker van een bedrijf heeft contact met de uitzendbureaus waar het bedrijf mee werkt.

Tot welke actor behoren de uitzendbureaus?
A
Interne doelgroep
B
Primaire doelgroep
C
Publieksgroep

Slide 18 - Quizvraag

Een leverancier van kantoorartikelen laat een stagiaire een onderzoek doen naar de tevredenheid van klanten over de prijzen.
Van welke doelgroep is hier sprake?
A
Communicatie doelgroep
B
Marketingdoelgroep
C
Interne doelgroep

Slide 19 - Quizvraag

Communicatietoepassingen
Corporate communicatie
Communicatie voor een bedrijf als geheel
Doel: onder meer vertrouwen wekken bij de diverse doelgroepen:
  • (Potentiële) klanten
  • Overheden
  • Financiële wereld ( aandeelhouders, banken etc.)
  • Arbeidsmarkt
  • Publieke opinie

Slide 20 - Tekstslide

Corporate communicatie Philips

Slide 21 - Tekstslide

Communicatietoepassingen
Interne communicatie
Communicatie binnen de organisatie. Denk aan uitvoeren van taken, beleid, HR-zaken, motiverende informatie

Slide 22 - Tekstslide

Communicatietoepassingen
Interne communicatie
Vraag:
Je hebt externe communicatie en dus interne communicatie.

Wat is volgens jullie de belangrijkste communicatie voor een organisatie en waarom?

Slide 23 - Tekstslide

Marketingcommunicatie
Het product of dienst staat centraal. Marketingcommunicatie wordt gebruikt om een bijdrage te leveren aan het realiseren van een marketingdoelstelling. 

Corporate en marketingcommunicatie liggen dicht bij elkaar vooral als een bedrijfsnaam ook de merknaam is, zoals Philips. 

Slide 24 - Tekstslide

Communicatietoepassingen

Financiële communicatie 
Communicatie om te laten zien dat de organisatie financieel gezond is. Denk daarbij aan jaarverslagen of persberichten over periodiek resultaten.
Doelgroep: banken, beleggers, etc.

Slide 25 - Tekstslide

Communicatietoepassingen
Overheidscommunicatie
Communicatie om de bevolking te informeren over belangrijke zaken die de hoge en lage overheid betreft. Men wil de dialoog aan gaan met de burger.


Slide 26 - Tekstslide

Propaganda
Propaganda is een vorm van communicatie waarbij door de belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen door het bespelen van de publieke opinie. Dit wordt bewerkstelligd door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie.

Slide 27 - Tekstslide

Publiekscommunicatie
Publiekscommunicatie betekent dat de communicatieprofessional zijn publiek leert kennen, weet wat ze belangrijk vinden en welke behoeften ze hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Perscommunicatie
Perscommunicatie is een heel geschikte manier om kennis te maken met journalisten. Om dit te organiseren moeten de journalisten wel als het ware worden verleid. Er moet dus een speciale aanleiding of gelegenheid zijn waarom de journalisten naar je toe komen, zoals de opening van een bedrijf of presentatie van een nieuw product. 

Slide 29 - Tekstslide

Communicatiestrategie
  • Community relations: goede contacten hebben met de omgeving zoals gemeente, omwonenden etc.
  • Public affairs: dit lijkt op public relations alleen richt public affairs zich op bepaalde groepen met als doel deze te beïnvloeden.  

Slide 30 - Tekstslide

Bedrijfsjournaliste Maaike Linders stuurt een persbericht naar de regionale krant over de financiële resultaten van haar organisatie van het afgelopen jaar.

Van welke vorm van communicatie is hier sprake?
A
Corporate communicatie
B
Interne communicatie
C
Marketing communicatie

Slide 31 - Quizvraag

Intranetredacteur Joep de Klein houdt een interview met inkoopdirecteur Rita van Duren. Joep de Klein plaatst het interview diezelfde dag nog op het intranet.

Welke soort communicatie hanteert Joep?
A
Corporate communicatie
B
Interne communicatie
C
Marketing communicatie

Slide 32 - Quizvraag

Een politieke partij voert campagne om haar idealen over te brengen.
Van welke verschijningsvorm van corporate communicatie is hier sprake?
A
Issuesmanagement
B
Propaganda
C
Public Relations

Slide 33 - Quizvraag

De klantenservice van een organisatie is druk bezig met het reageren op vragen, klachten en complimenten van klanten.

Van welke verschijningsvorm van corporate communicatie is hier sprake?
A
Issuesmanagement
B
Perscommunicatie
C
Publiekscommunicatie

Slide 34 - Quizvraag

Een fabrikant van zuivelproducten legt contact met politici, om een goede relatie op te bouwen en zo besluitvorming te kunnen beïnvloeden.
Van welke verschijningsvorm van corporate communicatie is hier sprake?
A
Community relations
B
Lobbyen
C
Perscommunicatie

Slide 35 - Quizvraag

Een communicatiemanager houdt trending topics op Twitter in de gaten. Hierdoor heeft hij zicht op de onderwerpen die in de publieke belangstelling staan.
Van welke verschijningsvorm van corporate communicatie is hier sprake?
A
Internationale communicatie
B
Issuesmanagement
C
Public relations

Slide 36 - Quizvraag

Welke verschijningsvorm van communicatie bestaat uit activiteiten om de relatie met consumenten sterker te maken?
A
Corporate advertising
B
Customer media
C
Free publicity
D
Relatiebeheer

Slide 37 - Quizvraag

Een politieke partij voert campagne om haar idealen over te brengen.
Van welke verschijningsvorm van corporate communicatie is hier sprake?
A
Issuesmanagement
B
Propaganda
C
Public Relations
D
Public affairs

Slide 38 - Quizvraag

Corporate communicatie
  • Free publicity: aandacht die je als bedrijf krijgt zonder dat je hier voor hoeft te betalen. 
  • WOM (word of mouth) : mond tot mond marketing.
  • Persbericht: een persbericht is een schriftelijke mededeling van een bedrijf of instelling, voornamelijk bedoeld voor journalisten.
  • Persconferentie: is een bijeenkomst die wordt belegd om journalisten over een bepaald onderwerp te informeren. Deze bijeenkomsten worden georganiseerd door bijvoorbeeld bedrijven, justitie, politici.

Slide 39 - Tekstslide

Corporate communicatie
  • Persbezoek:  is een heel geschikte manier om kennis te maken met journalisten. 
  • Relatiebeheer: is een strategie waarbij een organisatie een continue betrokkenheid bij haar publiek onderhoudt.
  • Customer media: media die door een bedrijf zelf worden geproduceerd met als doel om klanten te informeren en aan zich te binden. 

Slide 40 - Tekstslide

Corporate communicatie
  • Corporate website: bedrijfswebsite om het gedachtengoed van het bedrijf te laten zien. 
  • Corporate advertising: door betaalde media doelgroepen beïnvloeden met als doel het bevestigen van het corporate image. 

Slide 41 - Tekstslide

Corporate communicatie
Financieel jaarverslag: een rapport van een organisatie over haar financieel-economische positie. 
Webcare: is het beleid van een bedrijf om actief te reageren op uitlatingen over dat bedrijf in sociale media.
Evenementen: is een gebeurtenis waarbij muziek, kunst, cultuur, sport, religie, wetenschap of een combinatie van deze centraal staat. 

Slide 42 - Tekstslide

Welk communicatiemiddel bestaat uit het rondleiden van journalisten door de eigen organisatie?
A
Evenement
B
Persbezoek
C
Word of mouth
D
Gamification

Slide 43 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van customer media
A
app
B
relatiemagazine
C
spaarboekje
D
korting

Slide 44 - Quizvraag

Wat is het doel van webcare?
A
Het zorgen voor een passende reactie op reacties en klachten van klanten op internet.
B
Het zorgen voor tevreden klanten op het internet.
C
Het inleven in de klant op internet en hem geven wat hij eist.
D
Het zoeken naar reacties en klachten van klanten op internet en daar z.s.m. op reageren.

Slide 45 - Quizvraag

Welke uitspraak over PR is NIET juist?
A
Public Relations gebeurt stelselmatig.
B
Bij Public Relations gaat het om het bevorderen van de naamsbekendheid.
C
Als sportleider heb je bij het organiseren van sportieve evenementen niet te maken met Public Relations.
D
Het hoofddoel van Public Relations is het halen van een betere omzet voor het bedrijf.

Slide 46 - Quizvraag

Einde les
Opdracht webanalyse dient uiterlijk dinsdag om 17.30 helemaal af te zijn. 
Oefenen met marketingplanning door oefentoets te maken:
Oefentoets staat op It's Learning. 

Slide 47 - Tekstslide