H2 Rechtsstaat les 4 Opsporing

Criminaliteit en opsporing
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit en opsporing

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je
Aan welke regels politie en justitie zich houden bij de opsporing van criminaliteit.

Slide 2 - Tekstslide

Het onschuldvermoeden
Bespreek even kort met z'n 2en
Wat is het omschuldvermoeden waarop het Nederlandse strafrecht is gebaseerd?

Slide 3 - Tekstslide

Het onschuldvermoeden
'een verdachte is onschuldig tot het tegendeel door de rechter is bewezen'.

De onschuldpresumptie wordt  uitdrukkelijk vermeld in artikel 6, lid 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM):

Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.

Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen legaliteitsbeginsel
- Je kunt niet veroordeeld worden voor iets wat volgens de wet niet strafbaar is
- Wat strafbaar is moet duidelijk in de wet staan.
- Ne bis in idem
- Maximumstraf
- Geen straf als de dader niet schuldig kan worden bevonden ->
- Verjaring

Slide 5 - Tekstslide

Politie - Staande houden
              - Fouilleren
              - Aanhouden/arresteren
              - 9 uur vasthouden
              - Bewijsmateriaal 
                 innemen
(zonder toestemming)

--> bij een redelijk vermoeden van schuld > verdachte

Slide 6 - Tekstslide

Politie -binnengaan woning
              - afluisteren telefoon en
                  internet
              - preventief fouilleren
              - langer dan 9 uur
                 vasthouden
              - infiltratie

--> Waar heeft de politie wel toestemming voor nodig?

Slide 7 - Tekstslide

Officier van Justitie
  • aanklager (namens het Openbaar Ministerie)
  • leidt het opsporingsonderzoek
  • beslist of de verdachte naar de rechter gaat
  • eist in een strafzaak en bepaalde straf 
  • zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 8 - Tekstslide

procedure van een strafproces
  1. De politie doet onder leiding van officier van justitie onderzoek(en) naar een zaak. Na elk onderzoek wordt er een proces-verbaal opgemaakt.
  2. De officier van justitie bepaalt of er voldoende bewijs is voor een rechtszaak.
  3. Als er voldoende bewijs is, wordt de zaak voorgelegd aan een rechter.

Slide 9 - Tekstslide

Het OM
Officieren van Justitie
 - Seponeren
 - Transactie / 
  - Strafbeschikking
      (schuld staat vast)
   - Vervolgen
        >>>>naar de rechter

Slide 10 - Tekstslide

Ik vind ruimere opsporingsmogelijkheden voor de politie belangrijker
(er worden dan meer zaken opgelost en is minder criminaliteit) dan de aantastingen van onze vrijheden (recht op vrijheid en privacy)
EENS
ONEENS

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Tekstslide

De verdachte wordt niet vervolgt en er komt geen straf.
Een geldboete die geweigerd kan worden maar dan komt er alsnog een rechtszaak.
Een straf die niet geweigerd kan worden want schuld staat vast. 
Er komt een rechtszaak en de rechter oordeelt over de schuldvraag. 
Seponeren
Transactie
Strafbeschikking
Vervolgen

Slide 13 - Sleepvraag

Huiswerk
Havo:
Maken van paragraaf 2.3  criminaliteit en opsporing opdrachten 11, 12, 13 en 14

Vwo
Maken van paragraaf 2.3 criminaliteit en opsporing opdrachten 10, 11, 12 en 13

Slide 14 - Tekstslide