Financiële algebra

Financiële algebra
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Financiële algebra

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarover gaat financiële algebra?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 1: Sofie opent in het begin van het jaar een spaarboekje en stort €250. Het spaarboekje levert 1,5% per jaar op. Tot welk bedrag zal de €250 aangegroeid zijn op het einde van het jaar?
Oplossing? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
geg: 
gevr: 
Opl:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
geg: 
gevr: 
Opl:
250 . 0,015 = 3,75 = I = Intrest
250 + 3,75 = 253,75 = Kn

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procenten omzetten
35% = 
78% = 
34,5% = 
67,8% = 
2,45% = 
98,67% = 

Slide 6 - Tekstslide

35% = 0.35

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 1: Sofie opent in het begin van het jaar een spaarboekje en stort €250. Het spaarboekje levert 1,5% per jaar op. Tot welk bedrag zal de €250 aangegroeid zijn op het einde van het jaar?
Oplossing? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
voorbeeld 2
Celien heeft dringend geld nodig voor een nieuwe bromfiets. Haar zus wil haar €200 lenen tegen 6% per jaar. Na drie jaar moet Celien alles terugbetalen. Ze spreken af dat de intrest elke jaar berekend wordt op het beginkapitaal. Hoeveel moet Celien na drie jaar terugbetalen aan haar zus?


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trek een foto van je berekeningen.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
voorbeeld 3
Welk kapitaal brengt na 18 maanden €750 intrest op als het op enkelvoudige intrest is uitgezet tegen 2,5% per semester?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trek een foto van je berekeningen.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H1 - Enkelvoudige intrest
1.1. Enkelvoudige intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 4: 
Hoelang duurt het vooraleer een bedrag van €500 is aangegroeid tot €600 als het uitstaat tegen een jaarlijkse enkelvoudige intrest van 8%.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trek een foto van je berekeningen.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2: Samengestelde intrest

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Samengestelde intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 1: Mike heeft geld nodig voor een nieuwe bromfiets. Dries, een vriend, wil hem 200 euro lenen tegen 6% per jaar. Na drie jaar moet Mike alles terugbetalen. Ze spreken af dat de intrest elk jaar bij het kapitaal wordt gevoegd en dat de intrest van het volgende jaar berekend wordt op dat nieuwe bedrag. Hoeveel moet Mike na drie jaar aan Dries betalen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Samengestelde intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 1: 
Oplossing
Na één jaar zou Mike  212 euro moeten terugbetalen aan Dries.
Na twee jaar zou Mike 224,72 euro moeten terugbetalen aan Dries.
Na drie jaar moet Mike 238,20 euro terugbetalen aan Dries.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Samengestelde intrest: kapitaal, intrest en rentevoet

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Samengestelde intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
Voorbeeld 2
Mike rijdt met zijn spiksplinternieuwe bromfiets tegen een boom. Hij moet een nieuwe bromfiets kopen. Dries wil hem geen geld lenen, dus vraagt hij aan zijn vader om hem te helpen. Zijn vader wil hem 200 euro lenen tegen 1% per maand. Na één jaar moet Mike alles terugbetalen. Ze spreken af dat de intrest elke keer bij het kapitaal wordt gevoegd en dat de intrest van de volgende periode berekend wordt op dat nieuwe bedrag. Hoeveel moet Mike na een jaar terugbetalen? Hoeveel intrest moet hij betalen aan zijn vader?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1. Samengestelde intrest: kapitaal, intrest en rentevoet
oplossing 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies