1.4 deel 2 economie klas 2

1.4 deel 2 kom je uit met je geld
BK/KGT
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.4 deel 2 kom je uit met je geld
BK/KGT

Slide 1 - Tekstslide

Gezond en veilig
Controle
Product in orde
NVWA
Warenwet
Deugdelijk product

Slide 2 - Sleepvraag

Welke soorten inkomens ken je?

Slide 3 - Woordweb

€ 17,50 per week is hoeveel per maand?

Slide 4 - Open vraag

Je verdient 80 euro per maand. Hoeveel verdien je per week?

Slide 5 - Open vraag

1 jaar heeft ........... dagen

1 jaar heeft ........... weken

1 jaar heeft .......... kwartalen

1 kwartaal heeft ............ maanden

Slide 6 - Tekstslide

Van welk soort inkomen weet je
van te voren niet hoeveel het is?
A
loon
B
winst
C
salaris
D
uitkering

Slide 7 - Quizvraag

Begroting
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten, want je wilt geen geld tekort komen.

Slide 8 - Tekstslide

1.4 kom je uit met je geld? (vervolg)

Lesdoelen:
Omrekenen van maand naar week
Soorten uitgaven kennen
Wat is geld reserveren

Slide 9 - Tekstslide

Geld dat je ontvangt van de overheid zonder dat je er iets voor doet
A
loon
B
salaris
C
kleedgeld
D
uitkering

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 11 - Quizvraag

3 soorten uitgaven:
Waaraan geef je je geld uit???
Soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven
de alledaagse uitgaven voor je huishouden. (dagelijkse uitgaven)
  • vaste lasten
de uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen

  • incidentele uitgaven
meestal grote uitgaven die je niet zo vaak doet en niet met een vaste regelmaat

Slide 12 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen

Slide 13 - Sleepvraag

Daan moet de contributie van €50,-bij de voetbalclub per kwartaal betalen.
Hoeveel is dit per maand?

Slide 14 - Open vraag

Berekening maand/kwartaal
Regel:
van maand naar kwartaal = x 12 : 4
kwartaal naar maand= x 4  : 12

Slide 15 - Tekstslide

118 euro per kwartaal = ......euro per maand

timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Reservering berekenen
Geld reserveren is een ander woord voor sparen.
Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden

Voorbeeld:
Je wilt volgend jaar een scooter kopen van 1.700 euro. Je ouders betalen 200 euro mee. Hoeveel moet je per maand reserveren?

Slide 17 - Tekstslide