Les 6 - Zonder Titel - Spanning

Les 6 - Zonder Titel - Spanning
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 6 - Zonder Titel - Spanning

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
  • Vorige les - Ruimte
  • Voorlezen - 10 minuten
  • Nieuwe uitleg - Spanning
        - Je weet waarom spanning gebruikt wordt
        - Je weet spanning te herkennen
        - Je kent meerdere manieren van spanning
  • Aan de slag met opdr. 7

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
  • Ruimte: letterlijke plaat, maar ook sfeer
  • Alles bepaalt mee! Weer, locatie, sfeer, geuren, geluiden, enz. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is er in 'Zonder Titel' gebeurd?

Slide 4 - Tekstslide

Voorlezen

Slide 5 - Tekstslide

Kijk/lees jij graag spannende boeken/series/films?

Slide 6 - Poll

Op welke manier kan de schrijver een boek spannend maken?

Slide 7 - Woordweb

Fragment
Jullie gaan kijken naar een fragment uit de serie ‘Penoza V’. Tijdens het fragment krijgen jullie vragen over spanning en vertelperspectieven. 

Luister en kijk goed naar dit fragment. 

Slide 8 - Tekstslide

4

Slide 9 - Video

01:47
Welk woord past bij dit fragment?
A
Spanning
B
Sensatie

Slide 10 - Quizvraag

02:43
Op welke manier wordt in dit stukje 'spanning' gebruikt?

Slide 11 - Open vraag

03:08
Vanuit welk perspectief wordt dit stukje gefilmd? Waarom denk je dat dit zo is gedaan?

Slide 12 - Open vraag

04:10
Geef aan waarom je nu al weet dat deze mensen kwaad in de zin hebben.

Slide 13 - Open vraag

Korte instructie
Spanning: zorgt ervoor dat een lezer of een kijker nieuwsgierig blijft naar wat gaat volgen. 

Sensatie: betekent eigenlijk opwinding —> een opstootje. Dit is van korte duur (is snel voorbij). 

Slide 14 - Tekstslide

Spanning
* je leeft mee met de hoofdpersoon (identificatie - vereenzelviging)
* de kijker - lezer moet de hoofdpersoon sympathiek vinden
* de kijker - lezer moet zich in de hoofdpersoon kunnen herkennen
* het lot van de hoofdpersoon raakt de kijker - lezer

Slide 15 - Tekstslide

Spanning
Schrijvers kunnen boeken, films of series op verschillende manieren spannend maken 
-  cliffhanger         - open plek toevoegen
- springen tussen verhaallijnen       - gevaarlijke situatie/gevaarlijke omgeving
- ontknoping uitstellen    - plotwending 
- de lezer meer informatie geven 
- achterhouden van informatie 
- actiespanning of psychologische spanning toevoegen

Slide 16 - Tekstslide

Die dag aan zee
'Mijn broer Cham verdronk terwijl ik lag te slapen. Dat gebeurde kort voor de grote vakantie. Na weken van storm en regen was er  een mooie zomerdag. Ik was 12, hij 17. Pas 's avonds vonden we zijn dode lichaam op het strand. Ma en ik waren thuis en pa liep in de schermer langs de branding. Zijn schoenen werden nat van het water en het zout vrat de glans weg. Een week voor het einde van de vakantie fietste ik voor het eerst weer langs het strand en de zee - midden in de nacht. '

Slide 17 - Tekstslide

Welke manier van spanning werd in vorig fragment gebruikt?
A
Plotwending
B
Informatie achterhouden
C
Cliffhanger
D
Spannende omgeving toevoegen

Slide 18 - Quizvraag

Plenda
Woensdag 13 september
Opdracht 7 af!

Slide 19 - Tekstslide

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Frits wordt gek van de jeuk.
  6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 21 - Tekstslide

Understatement
  • Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt.
  • Iets wat heel groot is, wordt in het klein uitgedrukt
  • Hierdoor ontstaat spottend effect
  • Dus: het is op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken
  • Het verschil met eufemisme zit hem in de spot.

Slide 22 - Tekstslide

Understatement
  • Voorbeelden

} Als je een één voor een toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.

} Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar centjes verdiend.

} Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.

Slide 23 - Tekstslide