410 les 4: 2.5 / Exponentieel verband - 4M



● Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk2 t/m 2.3
● Uitleg: 2.4
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les



● Lesdoel bespreken
● Terugblik: Vk2 t/m 2.3
● Uitleg: 2.4
● Zelfstandig werken
● Huiswerk en afsluiting
Welkom bij wiskunde
bij
bij
Laptop 
in de tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
Pak een wisbordje.

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt rekenen met exponentiele formules.

Je kunt de toename of de afname bij een exponentieel verband berekenen.

[alleen mavo] Je kunt de verdubbelingstijd en de halveringstijd berekenen.

H2: Verbanden
2.1 Lineair verband
2.2 Kwadratisch verband
2.3 Machtsverbanden
2.4 Wortelverbanden
2.5 Exponentieel verband
2.6 Exponentiele groei
       

Slide 2 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Terugblik
  • Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband?
  • De variabele moet het grondtal van een macht zijn.
  • En bij een wortelverband?
  • De variabele moet onder het wortelteken staan.
  • Hoe noemen we de 7 in 37?
  • de 7 is de exponent.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:
B=5,6×1,24t

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:
B=5,6×1,24t
Begingetal

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:
B=5,6×1,24t
Begingetal
Groeifactor

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:
B=5,6×1,24t
Groeifactor

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:


                                                         1,24 x 100 % =
B=5,6×1,24t
Groeifactor

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:


                                                         1,24 x 100 % = 124 % 
B=5,6×1,24t
Groeifactor

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:


                                                         1,24 x 100 % = 124 % 
                                                         124 - 100 = 
B=5,6×1,24t
Groeifactor

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
Een formule waarbij de variabele de exponent van een macht is. 
Voorbeeld:


                                                         1,24 x 100 % = 124 % 
                                                         124 - 100 = 24 % => toename 24 %
B=5,6×1,24t
Groeifactor

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t


                           
                            

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30

                           
                            

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                           
                            

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                            0,96 x 100 % = 
                            

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                            0,96 x 100 % = 96 %
                            

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                            0,96 x 100 % = 96 %
                            96 - 100 = 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                            0,96 x 100 % = 96 %
                            96 - 100 = -4 %

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
B = 30 x 0,96t
Begingetal = 30
groeifactor = 0,96
                            0,96 x 100 % = 96 %
                            96 - 100 = -4 % => afname van 4 %.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
  • groeifactor =1,15. Wat is de procentuele toe- of afname?
  • 1,15 x 100 = 115 %           115 - 100 = 15 %     Dus 15 % toename.
  • groeifactor 1,055. Wat is de procentuele toe- of afname?
  • 1,055 x 100 = 105,5 %     105,5 -100 = 5,5 % 
      Dus 5,5 % toename.
  • groeifactor =0,73. Wat is de procentuele toe- of afname?
  • 0,73 x 100 = 73 %       73 - 100 = - 27 %         Dus 27 % afname

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
  • Toename 35 %. Wat is de groeifactor?
  • 100 + 35 = 135 %             135 : 100 = 1,35                 Dus gf = 1,35
  • Toename 6,7 %. Wat is de groeifactor?
  • 100 + 6,7 = 106,7 %         106,7 : 100 = 1,067              Dus gf = 1,067
  • Afname 26 %. Wat is de groeifactor?
  • 100 - 26 = 74 %                 74 : 100 = 0,74                  Dus gf = 0,74

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
  • Bij een groeifactor boven 1 is er een exponentiele toename.

  • Bij een groeifactor onder 1 is er een exponentiele afname.
                                              (tussen 0 en 1)

  • Bij een groeifactor van precies 1 is er geen verandering.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
  • Hoeveel staat er na 8 maand op de rekening?
  • 25 x 1,058 = 36,936...             Dus €36,94.
  • En na 4 maand?
  • 25 x 1,054 = 30,387...            Dus €30,39.
  • Hoeveel euro komt er bij in de 4e maand?
  • 25 x 1,053 = 28,940...
  • 30,387... - 28,940... = 1,447...
  • Dus er komt €1,45 bij.

 Bedrag = 25 x 1,05tijd          Bedrag in €    en    tijd in maanden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
 Bedrag = 25 x 0,95tijd
                Bedrag in €         en       tijd in maanden
  • Na hoeveel hele maanden is het bedrag gehalveerd?
  • 25 : 2 = 12,50

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
 Bedrag = 25 x 0,95tijd
                Bedrag in €         en       tijd in maanden
  • Na hoeveel hele maanden is het bedrag gehalveerd?
  • 25 : 2 = 12,50

tijd.
25 x 0,95tijd = 12,50
13.
14.
25 x 0,9513 = 12,833... Te veel
25 x 0,9514 = 12,191... Te weinig
Dus na 14 maand is het gehalveerd.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.5: Exponentieel verband
 Bedrag = 25 x 0,95tijd
                Bedrag in €         en       tijd in maanden
  • Na hoeveel hele maanden is het bedrag gehalveerd?
  • 25 : 2 = 12,50

tijd.
25 x 0,95tijd = 12,50
13.
14.
25 x 0,9513 = 12,833... Te veel
25 x 0,9514 = 12,191... Te weinig
Dus na 14 maand is het gehalveerd.
Halveringstijd

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





a. 1,12 x 100 = 112 
     112 - 100 = 12
     Dus 12 % groei. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
1

1

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101

1

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel




Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
1

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71

125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen









t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld. 


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld.

Dus verdubbelingstijd is 7 jaar.


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

125 x 2 = 250 schapen







Na 7 jaar is het voor het eerst verdubbeld.

Dus verdubbelingstijd is 7 jaar.


t1
t = 125 x 1,12t = 250
t = 101
t = 51
t = 71
t = 61
125 x 1,1210 = 388,231...    Te Veel
125 x 1,125 = 220,292...  Te Weinig
125 x 1,127 = 276,335...      Te Veel
125 x 1,126 = 246,727...  Te Weinig

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdubbelen en halveren

Verdubbelen -> wanneer het voor het eerst (meer dan)
                                  verdubbeld is.

Halveren -> wanneer het voor het eerst (meer dan)
                          gehalveerd is.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besproken leerdoelen

Je kunt rekenen met exponentiele formules.

Je kunt de toename of de afname bij een exponentieel verband berekenen.

[alleen mavo] Je kunt de verdubbelingstijd en de halveringstijd berekenen.

H2: Verbanden
2.1 Lineair verband
2.2 Kwadratisch verband
2.3 Machtsverbanden
2.4 Wortelverbanden
2.5 Exponentieel verband
2.6 Exponentiele groei
       

Slide 41 - Tekstslide

Bovenbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.

Het hoofdstuk waar je nu in werkt in het blauwe vak. 
Het hoofdstuk / de hoofdstukken wat er nog aan komt in deze SE-periode, of die al geweest is/zijn in het zwarte vak plaatsen. 
Wel de volgorde van aanbod van boven naar beneden laten lopen.
Huiswerk
Maken van H2:
Paragraaf 2.5 volgens jouw leerroutes

Nakijken:
Huiswerk van H2 tot nu toe.




timer
4:00
Achter de les
Testopgaven:
E -> blz. 126
F -> blz. 131
G -> blz. 153 [MAVO]

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies