H2 paragraaf 3

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Programma

Herhaling paragraaf 1 t/m 3

Volgende week dindag S.O

Vandaag

Doelen

• Aan het einde van de les heb je geleerd dat het jodendom verdeeld kan worden in 10 periodes 
• Aan het einde van de les heb je geleerd dat de joden de Tien Woorden kennen 
• Aan het einde van de les weet je wie de insprirerende personen voor de joden zijn.

Herhaling par 1 en 2 

- 3 geloofspunten van het Jodendom

- Drie groepen binnen het Jodendom

- Diaspora

Geschiedenis jodendom

• Bekijk het filmpje op de volgende dia 
• Samenvatting geschiedenis van jodendom
• Noteer per periode 

1. Naam periode

2. Jaartal 

3. Inhoud: wat wordt er over deze periode gezegd?

Aartsvader Abraham (2000 - 1800 v.Chr.)

Abraham

De geschiedenis van het joodse volk begint 4000 jaar geleden met Abraham. Nadat hij met God een verbond heeft gesloten gaat hij op zoek naar het beloofde land.

Hij geeft dit door aan zijn zoon  Isaak en Isaak geeft dit weer door aan zijn zoon Jacob

Abraham

Abraham verlaat zijn geboortestreek, nadat hij met God een verbond heeft gesloten. Dit verbond was dat Abraham een groot volk zal voortbrengen dat in vrede en geluk zal leven in een eigen land (Beloofde Land). Hij gaat op zoek naar dat beloofde land. Abraham heeft die belofte aan God gedaan en geeft deze belofte door aan zijn zoon Jacob. Abraham, Isaak en Jacob worden de aartsvaders genoemd. 

Mozes en de uittocht uit Egypte (1300 v.Chr.)

Mozes

Mozes en de uittocht

Eén van de twaalf zonen van Jacob heeft Jozef. Hij wordt de koning in Egypte. Eeuwelang woont het volk er vreedzaam, tot er een Farao komt die hen tot slaaf maakt. Onder leiding van MOzes ontsnapt het volk en gaat opnieuw op reis naar het beloofde land. Tijdens de toch krijgt Mozes van God de Tien Woorden. De uittocht uit Egypte wordt elk jaar herdacht tijdens Pesach, het paastfeest. 

Volk woont vreedzaam in Egypte -> Farao maakt slaven van ze.  Onder leiding van Mozes ontsnapt het volk en gaan ze op reis naar het beloofde land ( Exodus)

Deze tocht wordt elk jaar herdacht met pasen. 

De Exodus

De grote koningen en de Tempel (1000- v.Chr.)

Onder koning David wordt het Joodse volk een eenheid met Jerusalem als hoofdstad. 

Er wordt ook een tempel gebouwd dit is het symbool voor eenheid en vrede.

Koningen en de Tempel

Onder koning David wordt het joodse volk een eenheid, met Jeruzalem als hoofdstad. David voert oorlog tegen de Filistijnen. Koning Salomo (zoon van David) bouwt een tempel voor God. 

De ballingschap (722 - 500 v.Chr.)

De oude Tempel wordt verwoest, de joden moeten naar een ander gebied ( Babylonie). In Jeruzalem wordt een nieuwe tempel gebouwd. 

De Perzen veroveren het Babylonische rijk

De ballingschap

De Babyloniërs verwoesten de Tempel. Na deze verwoesting nemen ze het joodse volk mee naar Babylonië. Eenmaal in Babylonië proberen de joden hun identiteit te behoude. Ze schrijven veel oude verhalen op. In 539 v.Chr. veroveren de Perzen het Babylonische Rijk en mogen de ballingen (het joodse volk) naar huis. De nieuwe tempel die gebouwd wordt is niet zo mooi als die van Salomo. 

Alexander de Grote (356-323 v.Chr.)

Hij verovert in 331 v Chr het Perziche rijk. Deze periode noemen we Hellenisering  -> Het gedwongen overnemen van de Griekse cultuur door andere volken 

Alexander de Grote

Alexander de Grote

Alexander de Grote uit Macedonië verovert in 331 v.Chr. het grote Perzische Rijk, waardoor Judea (Israël nu) deel van het Grieks-Macedonische rijk wordt. 

Opstand der Maccabeeën (165 v.Chr. )

Verschillende machthebbers volgen Alexander de Grote op en het rijk wordt verdeeld. Een v/d opvolgers is de Syrische koning Antiochus. 

Dit leidt tot opstand van Joden. Ze verslaan de Syriers. 

Syrische koning Antiochus

Opstanden tegen de Romeinen (66-135 na Chr.)

Masada achtergrond

De wereldrijken volgen elkaar op. Na de Perzen en de Grieken grijpen Romeinen de macht. 

Volk komt in opstand tegen de Romeinen. 

Romeinen vernietigen Jeruzalem en de Tempel.

In de jaren die volgen worden de Joden verspreid over de hele wereld. Ze zijn geen volk meer met eigen land.

Romeinen

De middeleeuwen (500-1500)

Ook in deze periode worden Joden achtergesteld. 

Ook in Europa worden Joden aangevallen en uitgemoord, ze kregen overal de schuld van.

Het discrimineren van Joden noem je

antisemitisme.

Moderne tijd ( 1500-1945)

Een van de dieptepunten in de joodse geschiedenis is natuurlijk de vervolging door de nazi's. 6 miljoen joden komen om. 

Na 1945 leven er nog maar 1,5 miljoen joden in Europa. 

Auschwitz was het meest beruchte concentratie kamp. 

De staat Israël (1948-nu)

Veel Joden willen eigen staat. Het streven naar eigen staat noem je: Zionisme.

De VN beslist en het land dat Palestina wordt verdeeld. In 1848 komt de eerste Joodse staat.

De Palestijnen ( moslims) zijn het er niet mee eens, gevolg: veel oorlogen. 

Tijdlijn