Recht en ethiek week 6: orgaandonatie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtenMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij donorschap?

Slide 2 - Open vraag

Donor
Een donor is iemand die na zijn of haar dood organen en weefsels wil afstaan.
Op die manier kunnen mensen bij wie deze organen en weefsels niet goed werken, geholpen worden. Soms redden deze donoren na hun dood zelfs het leven van een ander

Slide 3 - Tekstslide

Organen

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zou jij organen of weefsel willen afstaan na jouw dood en waarom wel of niet?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wettelijk kader
Op 1 juli 2020 is de donorwet veranderd. Vanaf 18 jaar komt iedereen in het Donorregister.  Je krijgt twee keer een herinnering om het register in te vullen. Als je niets invult dan komt er bij jouw naam te staan "geen bezwaar tegen orgaandonatie". De keuze wordt dan na je overlijden aan de familie voorgelegd. Als de familie zeker weet dat je geen donor wilde worden, dan gebeurt het niet. Belangrijk is je keuze door te geven (je hebt vier keuzes).
Zie filmpje (doorklikken volgende dia) 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Heb jij je al geregistreerd als donor?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat vind jij van de straf op orgaanhandel?
A
Te hoog
B
Te laag
C
Zou legaal moeten zijn

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Soorten argumenten (1)
- Feitelijk argument: een argument dat te controleren is (onderzoeksbevinding etc.)
- Ervaringsargument: een ervaring die de spreker zelf heeft meegemaakt
- Nut of (on)gewenst gevolg: een argument waarbij genoemd wordt wat er zal gebeuren wanneer de stelling werkelijkheid wordt


Slide 16 - Tekstslide

Soorten argumenten (2)
- Veronderstelling / vermoeden: een argument gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting
- Vergelijkingsargument: twee zaken worden met elkaar vergeleken (landen, bevolkingsgroepen e.d.)
- Emotioneel argument: een argument gebaseerd op gevoel of intuïtie

Slide 17 - Tekstslide

Betoog schrijven: thuis  
Thuis: 
  • Maak een nieuw word document
  • Schrijf een betoog van één aviertje over de stelling:
    "Iedereen zou orgaan- en weefseldonor moeten zijn"
  • Lever dit betoog vanavond voor 18:00 uur in Its Learning 
  • Veel succes!!!

Slide 18 - Tekstslide

Debat in de klas 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Kenmerken debat
- Een debat is een groepsgesprek waarbij twee of meer tegenstanders tegenover elkaar staan (en zich richten tot het publiek).
- Doel: het publiek overtuigen van hun mening
- Debatteren doe je aan de hand van een vooraf vastgestelde debatstelling.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Stellingen 
1. Iedereen moet verplicht organen en weefsels doneren. 
2. Een misdadiger heeft geen recht op organen en weefsels. 
3. Een roker heeft geen recht op nieuwe longen ontvangen. 
4. De ontvanger moet bekend zijn bij de nabestaanden. 

Slide 23 - Tekstslide

Opbouw
4 tegenstanders
4 voorstanders
--> eventueel een debatleider
--> eventueel een publiek 
--> duur: 15 minuten 

Slide 24 - Tekstslide

timer
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide