Wiskunde H12.1 1MK1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Planning tot einde schooljaar
week 23
les 1
les 2
week 24
les 1
les 2
week 25
les 1
donderdag/ vrijdag start toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  •    Pak allemaal jullie laptop!
  •    Ga naar www.lessonup.com
  •    Recht bovenin je scherm staat "Student pin"
           -> Vul daar de volgende code in:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen:
Wat is de goede rekenvolgorde?
A
Delen door, keer, plus, min, haakjes : x + - ()
B
Haakjes, delen door, keer, min, plus () : x - +
C
Haakjes, keer, delen door, plus, min () x : + -
D
Plus, min, delen door, keer, haakjes + - : x ()

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit:
24 : (2 x 4) + 6 = ....

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit:
36 : 6 x (5 - 3) = ....

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

a) 10 x 2 + 5 = 25 euro
b) ... 2 ... 5 ...
c) Aantal pizza's x 2 + 5 = verdiensten
d) 12 x 2 + 5 = 29 euro

Wat is het UIT-getal bij deze pijlenketting?
27
: 9
+ 12

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is een woordformule?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een woordformule?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is een woordformule?
Met een woordformule kun je in woorden uitleggen hoe je iets kunt berekenen.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is een woordformule?
Met een woordformule kun je in woorden uitleggen hoe je iets kunt berekenen.

Een taxibedrijf hanteert de volgende tarieven:
€0,35 per kilometer + voorrijkosten €19,-.
Woordformule:


Slide 16 - Tekstslide

Woordformule:
aantal kilometers x 0,35 + 19 = kosten
Theorie
Wat is een letterformule?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een letterformule?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is een letterformule?
Van een woordformule kun je een letterformule maken door de woorden te vervangen door letters.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Wat is een letterformule?
Van een woordformule kun je een letterformule maken door de woorden te vervangen door letters.

Woordformule: Aantal kilometers x 0,35 + 19 = kosten
Letterformule:

Slide 20 - Tekstslide

Letterformule:
a x 0,35 + 19 = k
Mila doet een sponsorloop. Haar moeder sponsort haar en betaald €2,- per rondje. Haar oom geeft haar een vast bedrag van €5,-.
Wat word de woordformule?

Slide 21 - Open vraag

Woordformule:
Aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag
Hoe maak je een pijlenketting bij een formule?
Mila doet een sponsorloop. Haar moeder sponsort haar en betaald €2,- per rondje. Haar oom geeft haar een vast bedrag van €5,-.
Woordformule: aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag


Slide 22 - Tekstslide

Woordformule:
Aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag
Wat is de bijbehorende letterformule bij de woordformule?
Aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een pijlenketting bij een formule?
Mila doet een sponsorloop. Haar moeder sponsort haar en betaald €2,- per rondje. Haar oom geeft haar een vast bedrag van €5,-.
Woordformule: aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag
Letterformule: a x 2 + 5 = b

Slide 24 - Tekstslide

Letterformule:
a x 2 + 5 = b
Hoe maak je een pijlenketting bij een formule?
Mila doet een sponsorloop. Haar moeder sponsort haar en betaald €2,- per rondje. Haar oom geeft haar een vast bedrag van €5,-.
Woordformule: aantal rondjes x 2 + 5 = totale bedrag
Letterformule: a x 2 + 5 = b
Pijlenketting:

Slide 25 - Tekstslide

Pijlenketting:

In-getal                                   Uit-getal
               x 2                      +5
     a ------------> ..... ------------> b

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invullen vragenlijst


  • Vul de vragenlijst  zelfstandig in stilte in.
  • Heb je een vraag steek je hand.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies