Taalles - Een samengestelde zin

  • De Samengestelde Zin
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • De Samengestelde Zin

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Uitleg over samengestelde zinnen
  • Mix-en-ruil: 'ontleden en zoek de soort zin'
  • Werken in Snappet

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les kun/weet je:
  • Wat een samengestelde zin is.
  • Een samengestelde zin, hoofdzin en bijzin herkennen. 
  • Een samengestelde zin maken. 
  • Wat een voegwoord is

Slide 3 - Tekstslide

1 of 2 persoonsvormen?

Persoonsvorm --> Enkelvoudige zin



Onderwerpen en persoonsvormen --> Samengestelde zin



Slide 4 - Tekstslide

Ik mag Jakko heel erg graag.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 5 - Quizvraag

Ik mag Jakko heel erg graag terwijl ik hem nog niet zo lang ken.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 6 - Quizvraag

Twee Hoofdzinnen
Hoofdzin
Voegwoord
Hoofdzin

Slide 7 - Tekstslide

Twee Hoofdzinnen
De persoonsvorm staat in een hoofdzin altijd op de eerste of tweede plaats.
  • De kat van de buurman   loopt  op het hek.'

Slide 8 - Tekstslide

Twee Hoofdzinnen
In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp altijd naast elkaar


  • 'De kat van de buurman |  loopt  | op het hek.'

Slide 9 - Tekstslide

Twee Hoofdzinnen
Andere voorbeelden:
  • Die slang daar | eet | twee muizen | per week.
     
  • Jantje |  ging  | naar de dierentuin.

Slide 10 - Tekstslide

Twee Hoofdzinnen
  • De gorilla | at | een banaan | en | de zebra | lag | in de zon.
De voegwoorden tussen twee hoofdzinnen zijn: en, maar, of en want

Slide 11 - Tekstslide

Twee Hoofdzinnen
De voegwoorden tussen twee hoofdzinnen zijn: en, maar, of en want
  • Mijn moeder zat op een stoel maar mijn vader wilde dat niet.
  • Ik loop door de stad of ik kijk thuis Netflix. 
  • Mijn zus is verdrietig want het is koud.

Slide 12 - Tekstslide

Taal - Een samengestelde zin
Hoofdzin
Voegwoord
Bijzin

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdzin en Bijzin
In een bijzin hoeft de persoonsvorm niet naast het onderwerp te staan
  • 'De schilder maakte een prachtig schilderij terwijl hij Fortnite speelde.'
  • De juf stuurde de leerling de klas uit omdat hij klaagde.

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdzin en Bijzin
Een bijzin en een hoofdzin worden verbonden door voegwoorden zoals: 
  • Omdat
  • Zodat
  • Terwijl
  • Bij een bijzin + hoofdzin kan het voegwoord ook vooraan in de zin staan.
  • Ik krijg straf zodat ik de volgende keer mijn huiswerk maak.
  • Terwijl de burgemeester pleitte voor de handhaving van de coronaregels, had hij zelf het coronavirus.
  • Omdat mijn moeder het eten maakt, stofzuig ik de kamer.

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdzin & Bijzin
Bij een bijzin staat de persoonsvorm op (bijna) de laatste plaats.
  • 'Mijn moeder eet een appel terwijl ik een broodje eet. '
  • De meester legt het nog een keer uit zodat alles  uiteindelijk duidelijk is.
  • 'De verpleegster gaf mij een griepprik omdat ik snel ziek word.' '

Slide 16 - Tekstslide


In een hoofdzin staan het onderwerp en de persoonsvorm altijd naast elkaar
A
Dat is waar!
B
Dat is onwaar!

Slide 17 - Quizvraag


In een samengestelde zin is er sprake van:
- één onderwerp
- twee persoonsvormen
A
Waar
B
Onwaar

Slide 18 - Quizvraag


De voegwoorden van twee hoofdzinnen zijn:
En, maar, of, en dus
A
Waar
B
Onwaar

Slide 19 - Quizvraag


Voegwoorden die een bijzin en een hoofdzin verbinden zijn onder andere
omdat, zodat en terwijl

A
Waar
B
Onwaar

Slide 20 - Quizvraag

Mix en Ruil 

Slide 21 - Tekstslide

2 zinnen:
  • Mijn koptelefoon was stuk omdat ik hem laatst door de kamer gooide. 
  • Mijn zus gaat naar de dokter omdat ze pijn heeft.
  • Muziek luisteren vind ik erg leuk maar je moet het geluid niet te hard zetten.

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken in Snappet
  • Werk stil en zelfstandig. 
  • Als je een vraag hebt steek je je vinger op. Ga naar de volgende vraag als het te lang duurt en ik je vraag gezien heb.  
  • Blok 3, week 4, les 17

Jullie kunnen het! :)
muisstil en zelfstandig
zachtjes overleggen
samenwerken

Slide 23 - Tekstslide