Eerste les na de meivakantie. We gaan verder met Spelling Weektaak: digitaal via Cumlaude maken: Deze Lessonup (5 quizvragen) + H4.5 Spelling opdr. 1 t/m 6
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we digitaal doen?
Eerste les na de meivakantie. We gaan verder met Spelling Weektaak: digitaal via Cumlaude maken: Deze Lessonup (5 quizvragen) + H4.5 Spelling opdr. 1 t/m 6
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
Herken je sterke en zwakke werkwoorden, persoonsvormen en voltooid deelwoorden in de zin en kun je van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken met de juiste spelling.
Slide 2 - Tekstslide
Even samen terughalen
Hoe herken je sterke en zwakke werkwoorden? Hoe herken je of een werkwoord een persoonsvorm is? Hoe herken je of een werkwoord een voltooid deelwoord is?
timer
1:00
Slide 3 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Mevrouw van Hoof heeft de les gegeven = vd (heeft gegeven zijn de werkwoorden in de zin, het is gebeurd)
De gegeven les van Mevrouw van Hoof = bn (want gegeven zegt iets over les, het zn)
Slide 4 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De regels
Er zijn 2 regels
1. vd van zwakke werkwoorden (fietsen - fietsten) Je schrijft een e achter het vd. Maar let op de spelling! Gefietst - gefietste verbreed - verbrede verzet - verzette 2. vd van sterke werkwoorden (lopen - liepen) Je schrijft het hetzelfde (geen e erachter)
gesmolten - verstreken - gebeten
Slide 5 - Tekstslide
Mijn mountainbike is gestolen. De …………….. mountainbike Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?
A
Gestolen
B
Gestolene
Slide 6 - Quizvraag
Ik beet in mijn boterham Het werkwoord in deze zin is
A
Sterk
B
Zwak
C
Werkwoord
D
Zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Quizvraag
De kat heeft aan de gordijnen gekrabd De ………………… gordijnen
A
gekrabde
B
gekrabd
C
gekrabte
D
gekrabt
Slide 8 - Quizvraag
De vakantie heeft ons veel rust gegeven
Wat is het voltooid deelwoord in de zin?
A
heeft
B
gegeven
Slide 9 - Quizvraag
Veel mensen gaan met frisse tegenzin hardlopen om in vorm te blijven.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
hardlopen
B
blijven
C
gaan
Slide 10 - Quizvraag
Huiswerk
Maak de quizvragen in deze LessonUp + de opdrachten in CumLaude H4.5 Spelling opdracht 1 t/m 6