bezittelijk vnw ev + mv

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Staat het bezittelijk voornaamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

1. Achter het zelfstandig naamwoord
2. Voor het zelfstandig naamwoord
3. Maakt niet uit
4. Als het maar achteraan staat

Welke zijn de bezittelijke voornaamwoorden in enkelvoud?

1. si, se, so
2. mis, sis, tis
3. mi, tu, su
4. yo, tu, usted

WELKE ZIJN DE BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN IN MEERVOUD?

1. MIS, TUS, SUS, VUESTROS, NUESTROS, SUS
2. MIS, TÚS, SUS, VUESTROS, NUESTROS, SUS
3. MIS, TUS, SUS, VUESTRA, NUESTRA, SUS

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?

1. Vuestra
2. Su
3. Tus
4. Me

Wat is een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord?

1. La s
2. Mío
3. Mis
4. Unos

hoe zeg je in het Spaans?
jouw foto's

1. tús fotos
2. tus fotos
3. tus foto's

Hoe zeg je in het Spaans?
jullie vliegtuigen

1. vuetra aviones
2. vuestro aviones
3. vuestros aviones

Hoe zeg je in het Spaans?
mijn fietsen

1. mi bicicletas
2. mis bicicletas
3. mi bicicleta

Hoe zeg je in het Spaans?
onze vlinders

1. nuestras mariposas
2. nuestros mariposas
3. nostra mariposas

Hoe zeg je in het Spaans?
haar vriendin

1. su amigas
2. tu amigas
3. sus amigas
4. su amiga

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in

1. ¿Dónde viven ...................... padres? (haar)

1. su
2. sus

Bezittelijk voornaamwoord
¿Ellas son ................. amigas? (jullie)

1. Vuestras
2. Vuestros
3. Nuestras
4. Nuestros

Bezittelijk voornaamwoord
¿Él es ................ amigo? (mijn)

1. mi
2. mías
3. míos
4. Nuestros