W20 GS 3H H5

Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 (Geschiedenis Werkplaats) les 1
Nederland na de oorlog
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 (Geschiedenis Werkplaats) les 1
Nederland na de oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe er vanaf 1945 gewerkt werd aan de wederopbouw met behulp van de geleide prijs- en loonpolitiek en de Marshallhulp.
2. Ik kan uitleggen hoe de industrie en de landbouw na 1945 werden gemoderniseerd en wat de gevolgen daarvan waren.
3. Ik kan uitleggen hoe de houding van de Nederlanders werd gekenmerkt in de periode van wederopbouw.

Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten
1. Noteer de lesdoelen in jouw schrift en beantwoord deze na de les.
3. Lees H5 P1 De puinhopen van de oorlog t/m zuinigheid en welvaart grondig door.
4. Bekijk de filmpjes.
5.. Maak in het werkboek H4 P1 vraag 1 t/m 5.
6. Maak de opdrachten uit de les.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke sector van de economie was de motor van de wederopbouw?
A
Diensten
B
ICT
C
Industrie
D
Landbouw

Slide 5 - Quizvraag

Wat heeft niet bijgedragen aan het succes van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog?
A
De Duitsers betalen een schadevergoeding
B
De VS komt met het Marshallplan
C
Geleide loonpolitiek
D
Harmoniemodel (werkgevers werken samen met werknemers)

Slide 6 - Quizvraag

Welke omschrijving van minister-president Drees is juist? Minister-president Drees leidde...
A
de Nederlandse regering in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
B
de Nederlandse regering toen de euro werd ingevoerd.
C
Nederland tijdens de vooroorlogse crisisjaren.
D
Nederland tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geleide loon- en prijs politiek?
A
Werkgevers houden de lonen expres laag
B
Overheid bepaalt de lonen
C
Werkgevers en werknemers bepalen met de overheid lonen en prijzen
D
Werknemers en werkgevers maken afspraken over arbeidsomstandigheden

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat was Marshallhulp
A
Geld wat werd gegeven om herstelbetalingen af betalen.
B
Geld wat werd gegeven om westerse landen te helpen met wederopbouw.
C
Veel projecten(bijv: aanleg snelwegen) starten in een land om zo banen te creëren.
D
Militaire hulp geboden bij een invasie in een land waar een bondgenootschap mee is.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Het proces waarbij bedrijven steeds groter worden om goedkoper te kunnen produceren noemen we:...
A
specialiseren
B
mechaniseren
C
intensieve-veeteelt
D
schaalvergroting

Slide 12 - Quizvraag

Welke veranderingen in de landbouw hebben geleid tot ruilverkaveling (kleine en verspreide stukjes land tot een groot gebied samenvoegen) ?
A
Specialisatie en ruilverkaveling
B
Mechanisatie en intensivering
C
Specialisatie en mechanisatie
D
Tuinbouw en Akkerbouw

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 (Geschiedenis Werkplaats) les 2
Nederland herrijst

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe Nederland na de Tweede Wereldoorlog een welvarend land is geworden.
2. Ik kan uitleggen wat sociale wetten zijn en ik kan voorbeelden geven van sociale wetten.
3. Ik kan uitleggen wat een verzorgingsstaat is.   

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten
1. Noteer de lesdoelen in jouw schrift en beantwoord deze na de les.
3. Lees H5 P1 AOW en opbouw van de verzorgingsstaat grondig door.
4. Bekijk het filmpje.
5.. Maak in het werkboek H4 P1 vraag 6 en 7.
6. Maak de quizopdracht.

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Lees de onderstaande vier zinnen. Welk sociale wet hoort bij elke zin?
1. José Trabajador: 'Na mijn derde hartaanval heeft een arts me afgekeurd. Ik mag niet meer werken en krijg nu dankzij de ..1.. een uitkering.'
2. Peter de Jonge: 'Mijn hele leven heb ik keihard gewerkt. Dankzij de ..2.. kan ik nu van mijn pensioen gaan genieten.'
3. Nilgün Pamuk: 'Ik ben ontslagen en heb nog geen andere baan gevonden. Dankzij de ..3.. krijg ik zolang een uitkering.'
4. Sonja de Zwoeger: 'Mijn man heeft mij en onze drie kinderen in de steek gelaten. Zo lang ik geen eigen inkomen heb krijg ik dankzij de ..4.. een uitkering.'

A
1. AOW, 2. WAO, 3. WW, 4. Bijstandsuitkering
B
1. WAO, 2. WW, 3. AOW 4. Bijstandsuitkering
C
1. WAO, 2. AOW, 3. Bijstandsuitkering, 4. WW
D
1. WAO, 2. AOW, 3. WW, 4. Bijstandsuitkering

Slide 18 - Quizvraag