Nieuwsbegrip quiz verwijswoorden 2

Opbouw van de les
  • Voorspellen
  • Doel
  • Denkwolkje
  • Wij doen het samen
  • Jullie doen het samen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opbouw van de les
  • Voorspellen
  • Doel
  • Denkwolkje
  • Wij doen het samen
  • Jullie doen het samen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Ik weet dat een verwijswoord verwijst naar een ander woord of groepje woorden in de tekst en kan achterhalen waarnaar het verwijswoord verwijst. 

Slide 2 - Tekstslide

Verwijswoorden
  • Ik weet dat een verwijswoord verwijst naar een woord of een groepje woorden in de tekst. 
  • Voorbeelden van verwijswoorden zijn: haar, zijn, het, er, die, dat, hij, zij. 
  • Ik stel mezelf bij de zin met het verwijswoord een vraag met
    "wie", "wat" of "waar". 
  • Ik lees een stukje terug en vul het woord in waarvan ik denk dat het in plaats van het verwijswoord kan komen te staan. 

Slide 3 - Tekstslide

Kijk en luister
Alinea 1:
  • Waar verwijst "dan" naar in regel 2?
  • Waar verwijst "ze" naar in regel 3?
  • Waar verwijst "ze" naar in regel 6?

Slide 4 - Tekstslide

Samen
Alinea 2:
  • dat (regel 7)
  • daar (regel 9)
  • ze (regel 11)

Slide 5 - Tekstslide

Jullie
Alinea 3:
  • er (regel 17)

Alinea 4:
  • dan (regel 23)

Slide 6 - Tekstslide

Waar verwijst "ze" naar in regel 25?

A
de vlag
B
alle sporters
C
het stadion
D
elk land

Slide 7 - Quizvraag

Waar verwijst "hij" naar in regel 28?

A
Nederland
B
de schaatser
C
Jan Smeekens
D
de vlag

Slide 8 - Quizvraag

Waar verwijst "hij" naar in regel 34?

A
sneeuw
B
de Spelen
C
de sporters
D
iemand uit Nederland

Slide 9 - Quizvraag

Nieuwsbegrip AA: basis AA week 6
Maak opgave 1i, 1j, 1k, 1l, 1m en opgave  2 en 3 zelfstandig. 


Klaar? 
Maak je rekenwerk en taalwerk af.
Ruim je la netjes op! 
Werk aan je persoonlijke leerdoelen. 

Slide 10 - Tekstslide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Noem een voorbeeld van                                                                                                             een verwijswoord.

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 11 - Tekstslide