Het gezinsbudget

Het gezinsbudget

Opdrachten 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke vormingSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Het gezinsbudget

Opdrachten 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1: 
Ontdek hoe het gesteld is met het Vlaamse gezinsbudget 
Je hebt twee opties:
Optie 1: Je bekijke het filmpje

of
Optie 2: Je leest het artikel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2: Tot welke groep behoren de gezinnen?


Behoren de onderstaande gezinnen tot de groep die het moeilijk heeft om rond te komen of tot de groep die onverwachte uitgaven kan opvangen? klik op de juiste antwoord (A of B).


Slide 5 - Tekstslide

‘Ik zou liever wat meer geld overhouden op het einde van de maand, zodat we als koppel ook eens leuke dingen zouden kunnen doen. Met twee fulltime werken en dan een heel
jaar leuke dingen moeten laten voorbijgaan, is niet fijn.’
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 6 - Quizvraag

‘Wij moesten een dokter roepen voor ons zieke zoontje. Ik heb aan de dokter moeten vragen of hij akkoord was dat wij hem volgende maand zouden betalen, wanneer ik mijn invaliditeitsuitkering heb gekregen. We moesten ook nog de medicamenten betalen. In maanden als deze kunnen wij de facturen niet betalen. Je kiest voor de gezondheid van je kind en laat de facturen liggen.'
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 7 - Quizvraag

‘Rondkomen met je maandelijkse loon, je hele huishouden draaiende houden en ook eens iets extra voor de kinderen of jezelf kunnen kopen, dat lijkt mooi op papier, maar het is niet zo eenvoudig. Het vraagt planning en discipline om je aan je budget te houden.'
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 8 - Quizvraag

‘Ik ben werkloos. Ik word uitgemaakt voor luiaard. Ik word met de vinger gewezen. Ik heb er niet om gevraagd werkloos te zijn. Ik heb werk gezocht. Ik was zelfs bereid eender welk
werk te aanvaarden. Maar ik heb niets gevonden … en nu zeggen ze dat ik te oud ben.’
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 9 - Quizvraag

‘Nu zijn onze kinderen afgestudeerd en lukt het ons om elke maand wat te sparen. Toen ze nog studeerden, was het moeilijk om rond te komen, zeker wanneer er onverwachte
uitgaven waren, zoals de wasmachine die het plots liet afweten.
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 10 - Quizvraag

‘Mijn echtgenoot en ik hebben beide een leuke job met een goed inkomen. We hebben eigenlijk geen moeite om rond te komen, maar ik besef heel goed dat dat niet bij iedereen zo is. Ik heb een broer en een zus die het moeilijk hebben. We nemen de neefjes en het nichtje mee als we een dagje uitgaan en bij de geboorte kregen ze naast een luiervoorraad ‘tegoedbonnen’ voor het onbeperkt verstoren van onze nachtrust en voor logeerpartijen. Het is moeilijk om hen direct hulp aan te bieden. We zijn bang om iemand voor het hoofd te stoten.
A
Gezin die het moeilijk heeft
B
Gezin die onverwachte uitgaven kan opvangen

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht 3: lees de tekst en beantwoord de vraag op de volgende slide. 
Dat een gezin schulden heeft en een lening moet afbetalen, hoeft op zich geen probleem te zijn. Maar je moet beseffen maar je moet beseffen dat je de lening moet afbetalen. 
In 2017 waren er meer dat 300.000 mensen die hun leningen niet meer konden betalen. Bij sommige was dat omdat ze ziek werden of omdat ze een ongeluk hadden. Anderen hadden betalingsproblemen omdat ze hun werk kwijt waren. Maar er waren ook mensen die veel te veel leningen hadden afgesloten. Het waren mensen die geleend hadden omdat ze kochten wat ze zagen zonder na te denken of ze wel geld hadden. Het waren ook vaak nuttloze of te duur dingen die ze dan op krediet terug betaalden.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de redenen waarom mensen hun lening niet meer kunnen afbetalen?

Slide 13 - Woordweb

Vergelijk nu jouw antwoord met de antwoord op de volgende slide

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord:
- ziek worden,
- een ongelijk hebben,
- omdat ze hun werk kwijt waren,

Slide 15 - Tekstslide