VTHP COMBI lesweek 6

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Herhaling H2 en H4

De grootte van een spuit pas je aan op de hoeveelheid die je moet toedienen.

1. Waar
2. Niet waar

De punt van deze spuit noemen we:

1. tip
2. luerlock

Subcutane injectie

Intramusculaire injectie

Spier

Buikwand

Onderhuids vetweefsel

Bloedvatcontrole

Huidplooi

Huid strekken

Voor je insuline toedient doe je eerst dit:

1. Zwenken
2. Plaats ontsmetten

Welke controle voer je uit als je de naald aangebracht hebt op de insulinepen?

Een glucagoninjectie zorgt ervoor dat de suikerwaarde in het bloed zal:

1. dalen
2. stijgen

De normale suikerwaarde is:

1. tussen de 3 en 5
2. tussen de 3 en 8
3. tussen de 4 en 8
4. tussen de 5 en 10

Subfebriel is:

1. tussen 36 en 37,5
2. tussen 37,5 en 38
3. meer dan 38

Waar wordt de temperatuur in ons lichaam geregeld?

Ouderen hebben dikwijls een lagere lichaamstemperatuur.

1. Waar
2. Niet waar

Koorts is altijd een slecht teken.

1. waar
2. niet waar

Noem 3 symptomen van koorts.

Wat kan het risico zijn van zweten bij hoge koorts?

Wat is hypothermie?

1. Hoge temperatuur
2. Lage temperatuur

Noem 3 symptomen bij onderkoeling.

Een hotpack of coldpack mag je rechtstreeks aanbrengen op de huid.

1. waar
2. niet waar

Noem 3 mogelijkheden hoe je warmte aan een cliënt kan toedienen.

Noem 3 mogelijkheden hoe je koude kan toedienen aan een cliënt.

Kippenvel ontstaat bij een teveel aan warmte.

1. waar
2. niet waar

Volgende week 

Online toets hoofdstuk 2 en 4

Nu: lesbrief lesweek 6