H4 - Klimaat en Landschap - 3.2 - Globale luchtcirculatie
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Op welke plek regent het?
A
A
B
B
Slide 3 - Quizvraag
Welke klimaatfactor zie je hier NIET?
A
Breedteligging
B
Luchtdrukgebieden
C
Loef-lijzijde
D
Land vs. zee
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken van een hogedrukgebied:
Slide 8 - Open vraag
Kenmerken van een lagedrukgebied:
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Dalende lucht
Stijgende lucht
Droog
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Leg uit waarom er in de winter een aflandige wind ontstaat boven Azië.
Slide 21 - Open vraag
Leg uit waarom er in januari een sterk hogedrukgebied boven het Aziatisch continent ontstaat.
Slide 22 - Open vraag
Waarom verschuift de ITCZ?
Slide 23 - Open vraag
Waarom is de verschuiving van dit gebied met de laagste luchtdruk rond de evenaar niet overal gelijk?
