Karel de Grote

Tijdvak 3 Monniken en ridders 
Waarom heet dat tijdvak zo? - Het tijdvak verwijst naar een samenleving waar de christelijke kerk dominant wordt in het overdagen van cultuur. en waarin het bestuur van het land afhankelijk wordt van gewapende machthebber - de ridders

kenmerkend aspect 1: De verhouding tussen leenheer en vazal




1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 3 Monniken en ridders 
Waarom heet dat tijdvak zo? - Het tijdvak verwijst naar een samenleving waar de christelijke kerk dominant wordt in het overdagen van cultuur. en waarin het bestuur van het land afhankelijk wordt van gewapende machthebber - de ridders

kenmerkend aspect 1: De verhouding tussen leenheer en vazal




Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Les 1

1. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk
2. Ik kan uitgebreid uitleggen op welke manier Karel zijn rijk bestuurde

Les 2

3. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe in Europa onveiligheid ontstond en welke gevolgen dit had.
4. Ik kan uitgebreid uitleggen welke plaats ridders hadden in de samenleving.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Volksverhuizingen

Slide 5 - Tekstslide

Rome in volle glorie - landbouw stedelijke samenleving
Rome verwoest - iedereen terug naar landbouwsamenleving

Slide 6 - Tekstslide

Kloosters
Afgelegen of goed beschermde plekken waar christelijke monniken zich in alle rust konden weiden aan God. 

Daar bleef na de Germaanse invasies alle kennis (van de Grieken, Romeinen en het christendom bewaard

Slide 7 - Tekstslide

monniken
nonnen

Slide 8 - Tekstslide

Een kasteel
Een klooster

Slide 9 - Tekstslide

monnik
ridder

Slide 10 - Tekstslide

Het rijk van Karel de Grote

Slide 11 - Tekstslide

Karel de Grote laat zich dopen
Karel de Grote wordt hiermee door alle christen erkent als Keizer, waardoor hij altijd op hen kan steunen.

Nu wil Karel iedereen christen maken zodat ze hem ook erkennen als Keizer.

Hij steunt missionarissen. Mensen die anderen gaan bekeren (van geloof laten veranderen)

Slide 12 - Tekstslide

Het leenstelsel
Karel de Grote was voor zijn bestuur afhankelijk van medestrijders.
Zij kregen land en een titel (hertog - graaf) van hem onder voorwaarden:
1. Trouw zweren aan de Karel de Grote 
2. Beheren van zijn land. (orde en veiligheid)
3. Ridders leveren in geval van oorlog.
4. Karel verzorgen als hij op bezoek kwam 
5. Karel adviseren als hij erom vroeg

Karel = leenheer, de anderen leenman

Slide 13 - Tekstslide

Ridders en monniken trekken zich terug op hun eigen domein (gebied) en gaan daar de baas spelen. Hieronder een hof. Boeren zoeken veiligheid bij een kasteelheer of klooster.

Slide 14 - Tekstslide

Het hofstelsel
Boeren mochten zich onder de bescherming van de landheer (leenman) plaatsen.
Zij konden dan rekenen op bescherming (maffia achtig) en kregen een stuk land om te bewerken.
In ruil betaalden zij: pacht (in natura) en moesten ze (onbetaald) voor de heer werken (herendiensten)
Uiteindelijk kwamen de meeste boeren enorm bij de landheer in de schulden en werden ze (bijna) zijn bezit - horigen genoemd.

Slide 15 - Tekstslide

Boeren worden horigen - halfvrije boeren die bij het land horen

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
Maak uit je werkboek vraag H5 P1 vraag 1 t/m 5

Slide 17 - Tekstslide