Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
05. Thema 5.3 Oren en ogen (1) 17-4
Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 3: Oren en ogen
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 5: Waarneming en gedrag
Basisstof 3: Oren en ogen
Slide 1 - Tekstslide
Planning van de les
-Terugblikken vorige les
-Lesdoelen controleren
-Uitleg theorie
-Aan de slag!
-Lesdoelen controleren
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben we de vorige lessen geleerd (basisstof 1 en 2)?
Quizz
Slide 3 - Tekstslide
een prikkel is
A
informatie uit je omgeving
B
een zintuig
C
een impuls
D
een signaal
Slide 4 - Quizvraag
wat is geen prikkel voor je huid?
A
pijn
B
kou
C
aanraking
D
geluid
Slide 5 - Quizvraag
De prikkel voor je neus is?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Pijn
Slide 6 - Quizvraag
Op welke prikkel reageren je ogen?
A
Smaakprikkel
B
Lichtprikkel
Slide 7 - Quizvraag
een prikkel voor je oren is
A
geur
B
zwaartekracht
C
smaak
D
licht
Slide 8 - Quizvraag
Koude handen kun je opwarmen door een kop warme thee vast te houden
Met welk zintuig voel je de warmte?
En met welk zintuig de druk?
Tekst
Oog
Huid
Neus
Oog
Huid
Neus
Slide 9 - Sleepvraag
Is geluid een prikkel voor je oren?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Hoe kunnen mensen hun omgeving waarnemen?
A
Zintuigen geven prikkels door naar hersenen
B
Door middel van ogen, oren, neus, mond en huid
C
De hersenen verwerken impulsen van zintuigen
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een impuls
A
Een signaal uit de omgeving
B
Een elektrisch signaal
C
Een elektrisch signaal dat door zenuwen gaat
D
Een signaal in de hersenen
Slide 13 - Quizvraag
Lesdoelen: basisstof 3
Aan het einde van de les:
Kun je de delen van het oor benoemen met hun functie.
Kun je de bouw en werking van het oog beschrijven.
Slide 14 - Tekstslide
Bouw van het oor
(buitenkant)
-In de oren liggen gehoorzintuigen.
-Je oor vangt geluiden op uit de lucht.
-Geluiden zijn trillingen in de lucht.
Slide 15 - Tekstslide
Trillingen
-Geluid bestaat uit trillingen. Deze trillingen komen door de lucht heen in jouw oor.
-De oorschelp vangt deze trillingen op.
-Daarna gaan de trillingen de gehoorgang in.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Bouw van het oor (binnenkant)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
(H)oren
1. Een geluidsprikkel wordt ontvangen door de
zintuigcellen
in het oor.
2. In de gehoorzintuig wordt de prikkel omgezet in een
impuls
.
3. Het impuls wordt verzonden via je
zenuwen
naar de hersenen.
-> Je neemt geluid waar (waarnemen).
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Buis van Eustachius
-Buisje tussen trommelholte en keelholte.
-Zorgt ervoor dat de luchtdruk aan beide zijdes gelijkt blijft.
Bijvoorbeeld door slikken of gapen.
"Dicht klappen van je oren op grote hoogte, bijvoorbeeld in een vliegtuig"
Slide 22 - Tekstslide
Onderdelen van het oor met de functies:
Slide 23 - Tekstslide
Ontvangen
De lucht trillingen worden ontvangen door de oorschelp, daarna het gehoorgang en komt dan de trommelvlies tegen. Die trilt mee
Lucht trillingen.
Geluid is trillingen in de lucht, deze kan onze oor ontvangen.
Versterking
De trillingen worden versterkt door de gehoorbeentjes
Omzetten
De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
In het slakkenhuis zitten zintuigcellen die de trillingen omzetten in impulsen.
De impulsen gaan door de gehoorzenuw naar de hersenen toe.
Waarneming
Je hersenen ontvangen de impulsen en vertalen ze naar geluid.
Leerdoel
Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen.
Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen
Slide 24 - Tekstslide
Omzetten
De ___________geven de trillingen door aan het ___________.
In het slakkenhuis zitten zintuigcellen die de trillingen omzetten in impulsen.
De impulsen gaan door de gehoorzenuw naar de hersenen toe.
Versterking
De trillingen worden versterkt door de gehoorbeentjes
Ontvangen
De lucht trillingen worden ontvangen door de __________, daarna het _________ en komt dan de _________ tegen. Die trilt mee
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Video
Buitenkant van het oog
-Door de pupil komt licht het oog binnen
-Achter de pupil ligt de lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
Slide 27 - Tekstslide
Het oog: de buitenkant
Wenkbrauw
Ooglid
Wimpers
Pupil
Iris
Harde oogvlies
Slide 28 - Tekstslide
Bouw van het oog
De bouw van de ogen
Het oog bestaat uit drie lagen:
harde oogvlies
vaatvlies
netvlies
Slide 29 - Tekstslide
Bouw van het oog: binnenkant
Vaatvlies
:
vlies met veel
bloedvaten
Netvlies:
zintuigcellen
liggen hierin
Slide 30 - Tekstslide
De bouw van de ogen
-In het netvlies ligt de gele vlek: hiermee kun je het scherpst zien
De plek waar de
oogzenuw het oog
verlaat is
de blinde vlek
Slide 31 - Tekstslide
De binnenkant van een oog
-Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast (zie afbeelding).
-De oogspieren draaien de ogen in de richting waarin je kijkt.
Slide 32 - Tekstslide
Het oog: binnenkant
Oogspieren - draaien het oog in de richting waarin je kijkt
1
Glasachtig lichaam - houdt het netvlies op zijn plaats
2
Harde oogvlies - stevig, geeft bescherming
3
Hoornvlies - voortzetting van harde ooglives aan de voorkant (dus bescherming)
4
Vaatvlies - bevat veel bloedvaten
5
Netvlies - bevat zintuigcellen die licht waarnemen; in de zintuigcellen ontstaan dan impulsen
6
Pupil - opening in de iris, regelt de hoeveelheid licht dat door het oog komt
8
iris - voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant (is gekleurd)
9
Gele vlek - plaats in het centrum van het netvlies. Hiermee kun je het scherpst zien.
10
Blinde vlek - hier verlaat de oogzenuw het oog, bevat
geen
zintuigcellen
11
Oogzenuw - brengt/ geleidt impulsen van het netvlies naar de hersenen
12
Lens - achter de iris en pupil, zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
7
Slide 33 - Tekstslide
De werking van het oog
Slide 34 - Tekstslide
Werking oog
Slide 35 - Tekstslide
Zien
De lens kan boller en platter worden, zodat het licht precies op het netvlies valt
Slide 36 - Tekstslide
Bijziend:
dichtbij goed, veraf slecht
Holle.
Negatieve lens
in de bril
Bijziend: Oogbol te lang of lichtstralen worden te snel
gebroken
Slide 37 - Tekstslide
Verziend:
veraf goed, dichtbij slecht
Bolle,
Positieve lens
in de bril
Slide 38 - Tekstslide
Bijziend & Verziend
Bijziend
: ziet dichtbij scherp. De lens is te bol of de oogbol is te lang
Verziend
: ziet in de verte scherp. De lens is te plat of de oogbol te kort
Slide 39 - Tekstslide
Negatief & postief
Bijziend: ziet dichtbij scherp
negatieve bril nodig
Verziend: ziet in de verte scherp
positieve bril nodig
Slide 40 - Tekstslide
Bijziend & Verziend
Overzicht
Slide 41 - Tekstslide
Pupilreflex
Regelt de hoeveelheid licht die het oog binnen valt
Slide 42 - Tekstslide
Onderdelen van het oog met de functies:
Slide 43 - Tekstslide
Aan de slag
Basisstof 3: opdracht 1 t/m 8
Zelfstandig in stilte
Slide 44 - Tekstslide
Zijn de lesdoelen behaald quiz!
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.3 Horen
May 2023
- Les met
37 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
14.2-2 Je gezichtszintuig 5H
May 2023
- Les met
23 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
05. Thema 5.3 Oren en ogen (1) 17-4
June 2024
- Les met
43 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
5.3 Oren en ogen
July 2024
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
5.3 Oren en ogen
March 2025
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
05. Thema 5.3 Oren en ogen (1) 17-4
March 2024
- Les met
41 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Oog
10 days ago
- Les met
11 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling Waarnemen TOTAAL 2020
November 2020
- Les met
49 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1