Koolstofverbindingen en stereo-isomerie

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Formatieve evaluatie H10

Systematische naamgeving en stereo-isomerie

"Wat ken en kun je al?"

Houd je Binas (66D) en H10

Systematische naamgeving (1)

• helemaal correct volgens regels (Binas 66D) noteren
• komma's tussen nummers
• streepjes tussen letters en nummers
• overbodige plaatsnummers weglaten
• let op al dan niet wegvallen van 'a' in stam alkaan
• goed: pentanal; fout: pentaanal of pentaan-1-al
• goed: hexaan-2-ol; fout: hex-2-ol of hexa-2-ol
• Griekse telwoorden als groepen vaker voorkomen
   (di, tri, tetra, etc.)

Systematische naamgeving (2)

• groep met hoogste prioriteit: uitgang èn laagst
   mogelijke plaatsnummer
• voorvoegsels in alfabetische volgorde (maar
   Griekse telwoorden niet meenemen in alfabet)
• denk om eventueel cis- of trans- ervoor te zetten
   goed: cis-but-2-een; fout: but-2-een
• carbonzuur wanneer C van COOH niet in de stam
   goed: benzeencarbonzuur; fout: benzeenzuur

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Geef de systematische naam die hoort bij deze structuurformule.

Leg duidelijk uit of er sprake is van cis/trans-isomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van cis/trans-isomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van cis/trans-isomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van cis/trans-isomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van spiegelbeeldisomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van spiegelbeeldisomerie bij het gegeven molecuul.

Leg duidelijk uit of er sprake is van spiegelbeeldisomerie bij het gegeven molecuul.