Samenvatting 1. Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun functies.
• Bloed bestaat uit bloedplaatjes, bloedplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen.
• Bloedplasma bestaat uit water met opgeloste stoffen.
– Functie: vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen, zoals koolstofdioxide.
• Rode bloedcellen: zien eruit als ronde schijfjes.
– Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
• Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm.
– Ze kunnen door openingen in de wand van kleine bloedvaten.
– Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk. Bijv. door bacteriën in te sluiten.
– Etter of pus bestaat uit dode witte bloedcellen met gedode bacteriën.
• Bloedplaatjes zijn delen van cellen.
– Bloedplaatjes zijn nodig om bloed te laten stollen.