Herhaling Break-even, 29-03-2022

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
20 minuten: samen opgaven maken 
5 minuten: PAUZE
40 minuten: samen opgaven maken
20 minuten: aan het werk!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basis calculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
20 minuten: samen opgaven maken 
5 minuten: PAUZE
40 minuten: samen opgaven maken
20 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er wanneer je als bedrijf structureel niet in een break-even situatie terecht komt?

Slide 2 - Open vraag

Break-even: homogeen

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Een supermarkt verkoopt 1 ½ literflessen frisdrank tegen een gemiddelde consumentenprijs van € 1,09.
De gemiddelde inkoopprijs bedraagt € 0,50 exclusief 9% BTW.
De vaste kosten van de assortimentsgroep frisdranken worden geschat op € 5.550,– per jaar.
a. Bereken het aantal frisdrank flessen dat minimaal per jaar verkocht moet worden, om quitte te spelen.

Slide 4 - Tekstslide

a. Bereken het aantal frisdrank flessen dat minimaal per jaar verkocht moet worden, om quitte te spelen.

Slide 5 - Open vraag

Uitwerking:


a. Prijs excl. BTW = € 1,09 x 100 = € 1,-
                            109

                                € 5.550 = 11.100 flessen
€ 1,- - € 0,50 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Een supermarkt verkoopt 1 ½ literflessen frisdrank tegen een gemiddelde consumentenprijs van € 1,09.
De gemiddelde inkoopprijs bedraagt € 0,50 exclusief 9% BTW.
De vaste kosten van de assortimentsgroep frisdranken worden geschat op € 5.550,– per jaar.
b. Bereken de break-even omzet van de assortimentsgroep frisdranken.

Slide 7 - Tekstslide

b. Bereken de break-even omzet van de assortimentsgroep frisdranken.

Slide 8 - Open vraag

Uitwerking:




b. 11.000 flessen x € 1,- = € 11.100,- BEO

Slide 9 - Tekstslide

Break-even: heterogeen
Bruto winst = verkoopprijs - inkoopprijs

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
André heeft een groothandel in automaterialen.
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt gemiddeld 65% van de omzet.  André heeft jaarlijks de volgende vaste kosten: 

- Huur en overige huisvestingskosten € 55.000,– 
- Personeelskosten € 42.000,–
- Afschrijvingskosten 10% per jaar van de aanschafwaarde van de inventaris van € 75.000,–.
- De restwaarde van de inventaris wordt geschat op € 15.000,-.
- De rente kosten 6,5% over het geïnvesteerd vermogen van € 45.000,-.
- De overige vaste kosten zulle € 17.000,– bedragen.
a. Bereken de jaarlijkse vaste kosten van André.

Slide 11 - Tekstslide

a. Bereken de jaarlijkse vaste kosten van André.

Slide 12 - Open vraag

Uitwerking

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
André heeft een groothandel in automaterialen.
De inkoopwaarde van de omzet bedraagt gemiddeld 65% van de omzet.  André heeft jaarlijks de volgende vaste kosten: 

- Huur en overige huisvestingskosten € 55.000,– 
- Personeelskosten € 42.000,–
- Afschrijvingskosten 10% per jaar van de aanschafwaarde van de inventaris van € 75.000,–.
- De restwaarde van de inventaris wordt geschat op € 15.000,-.
- De rente kosten 6,5% over het geïnvesteerd vermogen van € 45.000,-.
- De overige vaste kosten zulle € 17.000,– bedragen.
b. Bereken de break even omzet van André.

Slide 14 - Tekstslide

b. Bereken de break even omzet van André.

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking

Slide 16 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Berekening BEO met overige variabele kosten

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau heeft in 2011 een omzet behaald van € 411.145,- inclusief 19% BTW.
De vaste kosten bedroegen € 131.275,-, terwijl de overige variabele kosten 7,5% van de omzet waren. Het reclamebureau calculeert met een brutowinstpercentage van 52% van de omzet.
Voor 2016 verwacht men een omzetdaling van 5%.
Daarom voert men een bezuiniging op de vaste kosten door van 12%.
De variabele kosten zullen 7,5% van de omzet blijven, en ook de brutowinst zal met 52% onveranderd blijven.
Let op: In 2011 bedroeg de BTW 19%.

a. Bereken de break-even omzet in 2011.

Slide 19 - Tekstslide

a. Bereken de break-even omzet in 2011.

Slide 20 - Open vraag

Uitwerking
a. € 131.275,- / (52 – 7,5) x 100 = € 295.000,-

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau heeft in 2011 een omzet behaald van € 411.145,- inclusief 19% BTW.
De vaste kosten bedroegen € 131.275,-, terwijl de overige variabele kosten 7,5% van de omzet waren. Het reclamebureau calculeert met een brutowinstpercentage van 52% van de omzet.
Voor 2016 verwacht men een omzetdaling van 5%.
Daarom voert men een bezuiniging op de vaste kosten door van 12%.
De variabele kosten zullen 7,5% van de omzet blijven, en ook de brutowinst zal met 52% onveranderd blijven.
Let op: In 2011 bedroeg de BTW 19%.

b. Bereken de nettowinst in 2011.

Slide 22 - Tekstslide

b. Bereken de nettowinst in 2011.

Slide 23 - Open vraag

Uitwerking

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau heeft in 2011 een omzet behaald van € 411.145,- inclusief 19% BTW.
De vaste kosten bedroegen € 131.275,-, terwijl de overige variabele kosten 7,5% van de omzet waren. Het reclamebureau calculeert met een brutowinstpercentage van 52% van de omzet.
Voor 2016 verwacht men een omzetdaling van 5%.
Daarom voert men een bezuiniging op de vaste kosten door van 12%.
De variabele kosten zullen 7,5% van de omzet blijven, en ook de brutowinst zal met 52% onveranderd blijven.
Let op: In 2011 bedroeg de BTW 19%.

c. Bereken de break-even omzet voor 2016.

Slide 25 - Tekstslide

c. Bereken de break-even omzet voor 2016.

Slide 26 - Open vraag

Uitwerking
c. BEO 2016
Bezuiniging vaste kosten 12%  € 131.275 x 0,88 = € 115.522,-
€ 115.522,- / ( 52 – 7,5) x 100 = € 259.600,-.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau heeft in 2011 een omzet behaald van € 411.145,- inclusief 19% BTW.
De vaste kosten bedroegen € 131.275,-, terwijl de overige variabele kosten 7,5% van de omzet waren. Het reclamebureau calculeert met een brutowinstpercentage van 52% van de omzet.
Voor 2016 verwacht men een omzetdaling van 5%.
Daarom voert men een bezuiniging op de vaste kosten door van 12%.
De variabele kosten zullen 7,5% van de omzet blijven, en ook de brutowinst zal met 52% onveranderd blijven.
Let op: In 2011 bedroeg de BTW 19%.

d. Bereken de nettowinst in 2016.

Slide 28 - Tekstslide

d. Bereken de nettowinst in 2016.

Slide 29 - Open vraag

Uitwerking

Slide 30 - Tekstslide

Berekening

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau dat gespecialiseerd is online marketing heeft in 2018 een netto omzet behaald van € 280.000,-. Er werd een brutowinst behaald van 46% van de omzet exclusief BTW. De vaste kosten bedroegen in 2018 € 98.900,-. Voor 2019 verwacht men een stijging van de vaste kosten van 10% ten opzichte van 2018. Men verwacht dat de omzet in 2019 met 5% zal toenemen, ten opzichte van de omzet van 2018.

a. Bereken de veiligheidsmarge die behaald werd in 2018.

Slide 32 - Tekstslide

a. Bereken de veiligheidsmarge die behaald werd in 2018.

Slide 33 - Open vraag

Uitwerking
Omzet exclusief = € 280.000,-
BEO: € 98.900,- / 46 x 100 = € 215.000,-
VM: € 280.000,- - € 215.000,- / € 280.000,- x 100% = 23,21%

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau dat gespecialiseerd is online marketing heeft in 2018 een netto omzet behaald van € 280.000,-. Er werd een brutowinst behaald van 46% van de omzet exclusief BTW. De vaste kosten bedroegen in 2018 € 98.900,-. Voor 2019 verwacht men een stijging van de vaste kosten van 10% ten opzichte van 2018. Men verwacht dat de omzet in 2019 met 5% zal toenemen, ten opzichte van de omzet van 2018.

b. Bereken de veiligheidsmarge die voor 2019 wordt begroot.

Slide 35 - Tekstslide

b. Bereken de veiligheidsmarge die voor 2019 wordt begroot.

Slide 36 - Open vraag

Uitwerking
Omzet € 280.000,- x 1,05 = € 294.000,-
Vaste kosten € 98.900,- x 1,10 = € 108.790,-
BEO: € 108.790,- / 46 x 100 = € 236.500,-
VM: € 294.000,- - € 236.500,- / € 294.000,- x 100% = 19,56%

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten maken of leren voor de toets.
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan is de les afgelopen.

Slide 38 - Tekstslide