Les 4, Hst. 7.2

Welkom bij NASK



Klas 2
Hoofdstuk 7.2 - De stroomkring
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NASK



Klas 2
Hoofdstuk 7.2 - De stroomkring

Slide 1 - Tekstslide

Planning Periode 3
Les 1 = 7.1
Les 2 = 7.1
Les 3 = 7.2
Les 4 = 7.2
Les 5 = 7.3
Les 6 = 7.3
Les 7 = SO 7.1-7.3
Les 8 = 7.4
Les 9 = 7.4
Les 10 = 7.5
Les 11 = 7.5
Les 12 = SO 7.4-7.5
Les 13 = Herhaling
Proefwerkweek = PW H7


Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Herhaling vorige les

Uitleg: Spanning en stroomsterkte

Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je iets dat elektriciteit geeft?
A
Energiebron
B
Spanningsbron
C
Geleider
D
Isolator

Slide 4 - Quizvraag

In het snoer van een bureaulamp zitten twee draden.

Leg uit waarom het er twee moeten zijn.

Slide 5 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld
met een geleider?

Slide 6 - Open vraag

Welke stof is een isolator?
A
IJzer
B
Koolstof
C
Aluminium
D
Rubber

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke situatie brand het lampje?
A
A
B
B
C
C
D
A en B

Slide 8 - Quizvraag

Aan elke stekker zit een snoer waarin twee draden zitten. Om deze draden zit een laagje plastic.

Waarvoor dient dit plastic laagje?

Slide 9 - Open vraag

Leerdoelen 
Aan het einde kun je antwoord geven op deze vragen:

  • Wat is elektriciteit?

  • Hoe gevaarlijk is elektriciteit?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is elektriciteit?
Elektronen (hele kleine deeltjes)
- Ze stromen door een draad naar een voorwerp toe.
- Ze stromen daarna weer terug naar de spanningsbron.
- Ze geven een pakketje 'energie' af aan het voorwerp. 
- Ze stromen van + naar -

Slide 11 - Tekstslide

Spanning en stroomsterkte
Spanning -> Volt (V)
Hoeveel energie de elektronen mee krijgen.

Stroomsterkte -> Ampère (A)
Hoeveel elektronen er stromen door de stroomkring.

Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker de stroom.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer is elektriciteit gevaarlijk?
Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker de stroom.


1 mA      = 0,001 A

5 mA     = 0,005 A

15 mA   = 0,015 A

25 mA   = 0,025 A

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Basis
Lezen: Hoofdstuk 7.2 (blz. 101)
  Maken: Opdrachten 1 t/m 14
----------------------------------------------------------------------
Kader-Mavo
Lezen: Hoofdstuk 7.2 (blz. 146)
  Maken: Opdrachten 1 t/m 15 (blz. 92)

Slide 14 - Tekstslide