Les 4, Hst. 7.1 + 7.2

Welkom bij NASK



Klas 2
Hoofdstuk 7.1 - Elektriciteit maken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NASK



Klas 2
Hoofdstuk 7.1 - Elektriciteit maken

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling vorige lessen 

Uitleg 7.1 + 7.2

Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Zonne-energie is een
duurzame energiebron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Een ander woord voor
dynamo is turbine
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Aardgas is een fossiele brandstof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Bij windenergie worden turbines gebruikt om een generator te laten draaien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een fietsdynamo zet bewegingsenergie om in licht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In Nederland wordt de meeste elektriciteit gemaakt door het verbranden van steenkool
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen zijn slecht voor het milieu
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen 
Aan het einde kun je antwoord geven op deze vragen:

  • Welke energiebronnen zijn er?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Fossiele brandstoffen
Aardgas, aardolie en steenkool

Voordeel: 
Goedkoop
Makkelijk te verbranden

Nadeel:
Slecht voor het milieu (broeikaseffect)
De voorraad raakt op

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kernenergie
Door kernreacties wordt water verwarmt. 

Voordeel:
Geen luchtvervuiling

Nadeel:
Duur
Zeer gevaarlijk kernafval 

Slide 14 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Zonne-energie, windenergie, waterkracht

Voordeel:
Geen milieuschade
Raakt niet op

Nadeel:
Erg duur  om de apparatuur te maken

Slide 15 - Tekstslide

Wat is elektriciteit?
Elektronen (hele kleine deeltjes)
- Ze stromen door een draad naar een voorwerp toe.
- Ze stromen daarna weer terug naar de spanningsbron.
- Ze geven een pakketje 'energie' af aan het voorwerp. 
- Ze stromen van + naar -

Slide 16 - Tekstslide

Spanning en stroomsterkte
Spanning -> Volt (V)
Hoeveel energie de elektronen mee krijgen.

Stroomsterkte -> Ampère (A)
Hoeveel elektronen er stromen door de stroomkring.

Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker de stroom.

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer is elektriciteit gevaarlijk?
Hoe groter de stroomsterkte, hoe gevaarlijker de stroom.


1 mA      = 0,001 A

5 mA     = 0,005 A

15 mA   = 0,015 A

25 mA   = 0,025 A

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken
BASIS
Video bekijken
Maken: Opdrachten 1 t/m 9  (blz. 95)
-------------------------------------------------------------------KADER-MAVO 
Video bekijken
  Maken: Opdrachten 1 t/m 12 (blz. 87)

Slide 19 - Tekstslide