Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1. Je moet je sokken uittrekken, 

het hier stinkt.

2. Veel vloggers hebben  ........................   YouTube veel volgers. 

3. ...................... het niet mag, pak ik twee stukken taart.

4. Arthur moet huiswerk maken, ................. hij speelt op de Playstation. 

omdat 

maar

hoewel

door

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van tekstverbanden en signaalwoorden.

Signaalwoord

-Een signaalwoord kan in een zin staan. 

-Een signaalwoord geeft een tekstverband aan. 

Bijvoorbeeld:

Zijn databundel was op, daardoor kon hij niet WhatsAppen.

daardoor = gevolg              Tekstverband = oorzaak-gevolg

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -voordat- aan:

Voordat je de groenten in de pan doet, doe je een scheutje olie in de pan.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijd

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -maar- aan:

Je moet het beslag roeren, maar niet kloppen.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijd

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -en- aan:

Pak je boek en je telefoon.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijd

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -voordat- aan:

Bewoners met dementie van verpleeg- en verzorgingshuizen worden gelukkiger en voelen zich meer thuis wanneer een afbeelding van een bekende voordeur uit het verleden op hun nieuwe voordeur wordt geplakt. Dat blijkt uit onderzoek van het Trimbos Instituut. True Doors heten deze deuren en ze worden gebruikt om de bewoner iets aangenaams uit het verleden mee te geven.

Voordat de deur wordt geplaatst wordt er met de bewoner of familie gesproken over een woning waar positieve herinneringen aan zijn. Van dat huis wordt de deur gefotografeerd of als de deur niet meer bestaat, wordt met fotoshoppen net zolang gezocht tot een goed gelijkende deur is gevonden.

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -voordat- aan:

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak-gevolg
4. Tijd

Opdracht: Teksten                 ca. 10 min.

Je krijgt twee teksten.

--> Leg de stukken tekst op de juiste volgorde. 

(Kijk niet naar de nummers, deze zijn voor het nakijken). 

Klaar?

--> Extra: maak de vragen die horen bij de teksten. 

Leg uit hoe je tot het juiste resultaat bent gekomen... (waar heb je op gelet?)

Deze opdracht vond ik:

1. Makkelijk
2. Moeilijk
3. Leuk
4. Stom

Opdracht: Teksten          ca. 10 min.

Opdracht bij teksten: Opplakdeur uit verleden & Caissière alert op senioren die hulp nodig hebben.

--> Kijk naar de schuingedrukte en onderstreepte woorden uit de twee teksten.

--> Probeer ze bij het juiste tekstverband in het schema te plaatsen.

Klaar?

--> Schrijf een kort verhaaltje over wat jij van de ideeën vindt die in de tekst worden beschreven. Gebruik in jouw verhaal minstens vier signaalwoorden. 

Wat is jou het meeste opgevallen bij het maken van deze opdracht?

Deze opdracht vond ik:

1. Makkelijk
2. Moeilijk
3. Leuk
4. Stom

T ekstverband	Signaalwoord
doel-middel
oorzaak-gevolg
voorbeeld
tegenstelling
opsomming

doordat

bijvoorbeeld

door middel van

ook

maar

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -als- aan:

Je kunt die computer wel gebruiken, als je er maar geen grote bestanden mee downloadt.

1. Voorbeeld
2. Voorwaarde
3. Tegenstelling
4. Opsomming

Welk tekstverband geeft het signaalwoord -bijvoorbeeld- aan:

Om de groep tot rust te laten komen, kun je de muziek bijvoorbeeld wat zachter zetten.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Voorwaarde
4. Voorbeeld

Wat vond je van de les?
Heb je nog vragen?