hv1-v 21.3.23

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

To do
  • Recap: many/much, few/little, a lot
  • Future tense (toekomstigetijd) 
  • Quick vocab study
  • Time to work on your weektaak

Slide 2 - Tekstslide

What is the rule?
  • When do you use much?
  • When do you use many?
  • When do you use (a) few?
  • When do you use (a) little?
  • When do you use a lot?

Slide 3 - Tekstslide

Overview






"a lot" can be used for both countable and uncountable nouns!
However, never use "a lot" in questions/negatives.
Uncountable
Countable
Veel
Much
Many
Weinig
Little
Few
Een beetje
A little
A few

Slide 4 - Tekstslide

Much / little
Many / few
money
sand
girls
pens
cars
coffee
rain
water
doors
hair
tables
phones

Slide 5 - Sleepvraag

Future

To be + going to 
Will/shall 

Slide 6 - Tekstslide

Going to
Persoonsvorm + to be (am/is/are) + going to + werkwoord

1. Vaststaande plannen in de toekomst 
"I am going to watch tv tonight."
2. Aanwijzing dat iets in de toekomst gaat gebeuren: 
"Look at the dark clouds! It is going to rain."

Slide 7 - Tekstslide

Going to
to be (am/is/are) + going to + werkwoord

1. Vaststaande plannen in de toekomst 
"I am going to watch tv tonight."
2. Aanwijzing dat iets in de toekomst gaat gebeuren: 
"Look at the dark clouds! It is going to rain."

Slide 8 - Tekstslide

Going to
Negative: to be (am/is/are) + not + going to + werkwoord
"I am not going to watch tv tonight."
"Look at the sun! It is not going to rain."

Question: to be (am/is/are) + onderwerp + going to + verb ?
"Are you going to watch tv tonight?"
"Look at the sky. Is it going to rain?"

Slide 9 - Tekstslide

Will
will + verb

1. Plannen die je op het moment van spreken maakt:
"I am hungry. I will have a snack."
2. Wens, belofte, aanbod, verzoek, voorspelling:
"I promise we will be on time."

Slide 10 - Tekstslide

Will
Negative: "We will not loose tonight's game."  (voorspelling)
Question: "Will we loose tonight's game?" 


Will not = won't: I will not = I won't
Shall kan gebruikt worden voor I & we: "Shall we go?" 

Slide 11 - Tekstslide

Let's practise! 
Write about the future


1. Iets wat je volgende week gaat doen.
2. Iets wat je hoopt voor de toekomst.
3. Iets waarvan je nu beslist dat je het gaat doen.
4. Een vraag over wat iemand vanavond gaat doen.
5. Je ziet dat het al 9 uur is en je dus te laat gaat komen.
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

1. Iets wat je volgende week gaat doen.

2. Iets wat je hoopt voor de toekomst.

3. Iets waarvan je nu beslist dat je het gaat doen.

4. Een vraag over wat iemand vanavond gaat doen.

5. Je ziet dat het al 9 uur is en je dus te laat gaat komen.
Next week, I am going to ... .

I hope I will ... in the future.

I will ... .


Are you going to ... ?


Oh look, it is 9 o' clock already. I am going to be late.

Slide 13 - Tekstslide

Quick study! 
Vocabulary 4.4 & 4.5

  • 3 minutes
  • Word lists page 170 & 171-172
  • Most difficult words


timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Which words do you think will be most difficult to learn?

Slide 15 - Open vraag

Tijd voor de weektaak!
week 12

Slide 16 - Tekstslide

Ready for a game?
Let's play!
Let's play!

Slide 17 - Tekstslide

We ___ to London this summer.
A
will fly
B
are going to fly

Slide 18 - Quizvraag

I hope we ___ to London this summer.
A
will fly
B
are going to fly

Slide 19 - Quizvraag

Just a moment. I ___ help you with your bags.
A
will help
B
am going to help

Slide 20 - Quizvraag

I ___ a party this weekend.
A
will have
B
am going to have

Slide 21 - Quizvraag