Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4
In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Welkom vandaag 18 maart
Planning
Planning
Vragen
Start elektrisch zintuig
M7 bestaat uit
- Elektriciteit
- Zenuwstelsel van de mens
- Rekenen met het metriekstelsel
- Rekenen met formules
Nu week 11
Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij
Slide 1 - Tekstslide
De carrousel: nog vragen?
Serieschakeling
Parallelschakeling
Overbelasting of kortsluiting
Schuifweerstand
Aardlekschakelaar
Overbelasting of kortsluiting
Energiegebruik
Energiegebruik föhn
Huisinstallatie
Voer het experiment uit en noteer de antwoorden.
Leg je antwoord uit!
Formules:
P=U*I
E=P*t let op P in kW en t in uren
Kosten = E* prijs(kWh)
Slide 2 - Tekstslide
Zintuigen
Gebruikt voor TOM les op 4 april
Slide 3 - Tekstslide
Zintuigen leerdoelen
Je kunt
- benoemen uit welke delen het centrale zenuwstelsel is opgebouwd.
- opnoemen welke 5 zintuigen een mens heeft
- aangeven op welk soort prikkels de verschillende zintuigen reageren
- het verschil uitleggen tussen een prikkel en een impuls
Slide 4 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Slide 5 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Waaruit bestaat ons zenuwstelsel?
Slide 6 - Tekstslide
Functie zenuwstelsel
Wat is de functie van het zenuwstelsel?
Verwerking van impulsen
Werking regelen van spieren en klieren
Slide 7 - Tekstslide
Zintuig
Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
Zintuigenstelsel
Slide 8 - Tekstslide
Zintuigen van de mens
Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel
Slide 9 - Tekstslide
adequate prikkel
Slide 10 - Tekstslide
Smaak (proeven)
Smaakzintuigen: worden geprikkeld door smaakstoffen
Tong: is ruw, bevat uitsteeksels en holtes, hierin liggen smaakzintuigen
5 soorten smaakzintuigen:
zoet, zout, zuur, bitter, umani (hartig)
Slide 11 - Tekstslide
Gehoortest
20 Hz
200 Hz
2000 Hz
12000 Hz
30 Hz
50 Hz
80 Hz
500 Hz
800 Hz
1000 Hz
5000 Hz
8000 Hz
10000 Hz
15000 Hz
18000 Hz
20000 Hz
Dit is een test voor het gehoor.
Bij iedereen is het bereik verschillend, dit heeft te maken met je leeftijd, gezondheid en mogelijke gehoorbeschadigingen. En het trommelvlies van jongeren is soepeler dan die van ouderen.
Slide 12 - Tekstslide
Prikkels en impulsen
Reageren op een waarneming
Slide 13 - Tekstslide
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kunt reageren.
- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
reageren of niet?
Je hersenen kiezen de belangrijkste berichten en reageren hierop. Je reageert niet op:
te zwakke prikkels
prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
onbelangrijke prikkels (motivatie)
Slide 16 - Tekstslide
Werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren en klieren.
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk voor 25 maart
We zijn begonnen met zintuigen
Doornemen elektrische zintuig
En alle bronnen!
Slide 18 - Tekstslide
Wie heeft de meeste vragen goed
- over de stof van het huiswerk
- over het eerste deel van de uitleg
- over het filmpje wat nu volgt
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Contact maken kan je zonder je zintuigen te gebruiken
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een prikkel
A
geurstof
B
tong
C
cactus
D
licht
Slide 22 - Quizvraag
In welk antwoord staan alleen maar prikkels?
A
geur - smaak - oog
B
kou - warmte - pijn
C
huid - geluid - licht -
D
gevoel - oor - geluid
Slide 23 - Quizvraag
Een prikkel geeft je informatie over je omgeving
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde?
A
Zintuig - Prikkel - Hersenen
B
Prikkel - Zintuig - Hersenen
C
Hersenen - Prikkel - Zintuig
D
Prikkel - Hersenen - Zintuig
Slide 25 - Quizvraag
de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen
Slide 27 - Quizvraag
Tekst
gezichts- zintuig
gehoor- zintuig
reuk- zintuig
tast- zintuig
smaak- zintuig
Slide 28 - Sleepvraag
welk orgaan speelt naast de smaakpapillen op de tong een belangrijke rol bij smaakvorming?
A
de keelholte
B
de huig
C
de neus
Slide 29 - Quizvraag
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen
D
Grote hersenen
Slide 31 - Quizvraag
Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend
Slide 33 - Quizvraag
Zintuigen leerdoelen
Je kunt
- benoemen uit welke delen het centrale zenuwstelsel is opgebouwd.
- opnoemen welke 5 zintuigen een mens heeft
- aangeven op welk soort prikkels de verschillende zintuigen reageren
- het verschil uitleggen tussen een prikkel en een impuls