3HV_Chap3-Intro-Ecouter

Bienvenue au cours de français!



Semaine 6
lessonup.app
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue au cours de français!



Semaine 6
lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bonjour ! Comment ça va ?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: semaine 6 Voyages
- Vocabulaire A: Je vergroot je kennis en uitspraak van woorden 
    thema reizen en vervoer
- Luistervaardigheid: je kunt een dialoog over reizen met de trein begrijpen.
- je begrijpt en weet wat je inhoudelijk nodig hebt voor je mondeling en werkt in duo's.

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke opdrachten H3: ex. 4,5,6,8,9,10,12,15,16,17,18.
 
Belangrijke opdrachten H5: ex. 2,3,4,5,6,7,8,9,10,12,13,15,16,18,19,20, 21,26,27 
Cette chanson s'appelle comment?
Au-dessus des vieux volcans
Glissent des ailes sous le tapis du vent
Voyage, voyage
Éternellement
De nuages en marécages
De vent d'Espagne en pluie d'Équateur
Voyage, voyage
Vol dans les hauteurs
Au-dessus des capitales
Des idées fatales
Regarde l'océan

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Le programme
1. Début du cours 10'
2. Explication 10'
3. Travailler 20'
4. Production en classe 10'
5. Travailler 20'
6. La fin 10'' 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vous allez regarder une vidéo de la France!

Exercice: notez 

1. Les noms des lieux que tu vois.
2. Où se trouve(nt) ce(s) lieu(x) en France.
3. Dis, si tu as déjà visité ce(s) lieu(x).
 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Le Mont St.Michel - NORMANDIE

 2. Les montagnes - SAVOIE
4. Les fôrets et les lacs - ALSACE
Top 5 choses à voir:
1. Paris
2. La Dune du Pilat- Gironde/les landes
3. Les Calangues de Marseille
4. Le Mont St. Michel
5. la Corse
 1. Les plages - COTE-D'AZUR
Les spécialités culinaires:
-Les fromages: Roquefort, Cantal, Reblochon
-Les escargots de Bourgogne
-La fondue Savoyarde (Alpes) Comté, Beaufort

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les questions
Est-ce que tu aimes les voyages et pourquoi?

Tu aimerais visiter quelle destination de vacances?

Tu préfères les vacances d'été ou d'hiver?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écouter:

Livre page 96
1. Lis les questions
Exercice 5a
2. Écouter la suite
Faire exercices 5b,c






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Phrases clés C Parler d'un voyage

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le billet de train

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Phrases clés G Parler de ses vacances

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les questions
Qu'est-ce que tu as fait pendant tes vacances?

Quand?
Où?
Avec qui?
Comment?
Combien de...?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les verbes en -ir

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Zij maakt af
2. Jij vult in
3. Ik bloos
4. Hij heeft afgemaakt
5. U kiest
6. Wij hebben gekozen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pourquoi choisir le français?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pourquoi choisir le français?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le français!


Er zijn talloze voorbeelden waarom je een taal zou moeten leren. Kijk op de padlet en geef minstens drie redenen!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Mots-clés pour le MO
- destination 
- type de logement + évaluation 
- activités 
- paysage, météo 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindmap!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstof?

Vocabulaire A/B/E/F H3 (FA-NL en NL-FA, p.124 werkboek A)
Phrases-clés C/G H3 (NL-FA en FA-NL) (reproductie en toepassen, p.126 werkboek A)
Grammaire D: le passé composé avoir + être (Opdracht 15,16,17,18 + aantekeningen)
Extra: imparfait (ook van être/avoir/aller/faire)
Schrijfvaardigheid: vragen over een reis beantwoorden. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les consignes 
Qui?           La classe  
Quoi?         Faites exercices 15 et 16D dans le livre AAAAA
Comment?        Avec tes camarades de classe
Aide?          Tes livres + le prof
Temps?            15 minutes     
Résultat?        Je hebt het bijvoeglijk naamwoord herhaald
Fini?        Apprendre: woordenlijst voor interview
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait
  • Wanneer gebruiken?
  •  Hoe maak je de imparfait?
  • Oefenen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait
Onderwerp 
Uitgang 
Voorbeeld 
Je
- ais
Je parlais 
Tu 
- ais
Tu parlais
Il / Elle / On 
- ait
Elle parlait
Nous
- ions
Nous parlions  
Vous 
- iez
Vous parliez 
Ils / Elles
- aient
Ils parlaient 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Imparfait 
Gebruik : Imparfait kan in twee gevallen gebruikt worden. 



Toestand / Beschrijving
Il y avait beaucoup de monde
Er waren veel mensen
Herhaling / gewoonte 
Il écoutait souvent de la musique
Hij luisterde vaak naar muziek 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Passé composé
Zet de volgende werkwoorden
in de passé composé.
1. je
avoir
2. tu
aimer
3. il
être
4. elle
faire
5. nous
être
6. vous
visiter
7. ils
préférer
8. elles
détester
timer
8:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je passé composé?
Regel voor passé composé
Hoe maak je passé composé?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

passé composé
vous ....... ........ (zijn)

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(avoir, passé composé) elle ..................
(vendre, passé composé) Juliette ........

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(être, passé composé) Nous ..................
(faire, passé composé) Elles ......................

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Ik ben gegaan
2. Jij was
3. Wij hebben gemaakt
4. Zij gingen
5. Zij zijn geweest
6. Het was
7. Er waren 
8. Zij heeft gekozen
9. Hij koos

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Julie est allée en vacances au Maroc...
Qu'est-ce que Julie a fait pendant son voyage?
Elle est allée où et quand?
Julie est allée au Maroc avec qui?
Et comment est-elle allée au Maroc?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?
Donnez des exemples!

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg doornemen?
De imparfait:



Le passé composé:


Les verbes:
www.verbuga.eu 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies