Unit 6.2 Les 1+2+4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

23 May 2025   Friday

• Vlog - op vrijdag 23 mei
• vrijdag 6 juni

Vocab. Test Unit 1+2+3+4+5+6

Leren: Words Book A Units 1+2+3 Book B Units 4+5+6

Lesson plan

Unit 6.2+ 6.4: Health

• Recap: Vocabulary 6.1 + 6.2 + 6.4 Phrses 6.2
• Grammar: Bezit / Have to /Has to+ Exercises
  
• Homework

My goal - our goals

Aan het einde van de les...

... heb je geoefend de "words Unit 6" 

.. heb je geoefend grammar ("Bezit" en "Have to/Has to")

Unit 6 Lesson 2, page 176

Words 6.2, page 176

Words 6.2, page 176

Words 6.4, page 177

Unit 6, Lesson 2 

StudyGo, 

Words Unit 6: Lesson 2+Lesson 6.4, page 176/177

Tijdens het oefenen, onthoud de moeilijke woorden

Bezit  - 's / s'/ of, 

page 110

Maak de aantekeningen!

www.bing.com

Possessive (bezit) 

In het Engels geef je bezit op 3 verschillende manieren aan:

                                            's / '  / of

Maar wanneer gebruik je welke?

1. Possessive (bezit)

mensen en dieren

enkelvoud

meervouden die niet op een-s eindigen

Bij uitdrukkingen van tijd

Lucas's iPad.

The cat's whiskers.

Men's clothing.

's

2.Possessive (bezit) 

meervouden die op -s eindigen

My parents' car. (mum and dad)

His siblings' hobby.

'

3.Possessive (bezit) 

dingen, hoeveelheden of geografische namen

The roof of the house

The capital of England

A cup of coffee / A pound of apples

of

Moeten

Have to / Has to, 

page 111

moeten = have to / has to + hele werkwoord

I, you, we, they + Have to + hele werkwoord

I have to go. 

You have to do your homework. 

They have to help us. 

                                   She, he, it + Has to + hele werkwoord

                                    My sister has to pass her exam.

                                    It has to happen. 

Let's practise

Unit 6.2

Do:   

PractiseMore Lesson 2

 +

PractiseMore 1

Unit 6.2

• Ken jij al de woorden van  Unit 6?

Monday, June 2

Unit 6, Lesson 2

Study:

Words/ Phrases Unit 6

Do:

PractiseMore 1+2