H7 Paragraaf 3, Oude vijanden, nieuwe vrienden 2022

Paragraaf 3, Oude vijanden, nieuwe vrienden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3, Oude vijanden, nieuwe vrienden

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Basis: blz 108/109, alles
Kader/Mavo: blz 108/109, alles

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet dat Duitsland en Frankrijk vroeger vaak oorlog hadden.
- Je kunt uitleggen waarom de EGKS werd opgericht.
- Je weet uit welke zes landen de EGKS bestond.
- Je weet wat de Europese Unie is en doet.
- Je weet wat het belangrijkste doel van de Europese Unie is.
- Je kunt uitleggen wat welvaart is.
- Je kunt uitleggen wat vrij verkeer van goederen is en waarom dit eerlijker is voor alle bedrijven.
- Je weet wat het akkoord van Schengen is.
- Je kunt een voor en nadeel noemen van het akkoord van Schengen.
- Je weet hoe de Europese Unie er voor probeert te zorgen dat arme delen van Europa meer welvaart krijgen.
- Je weet hoe Europa bestuurd wordt en kent de rollen van het Europees Parlement, Europese Commissie en de Raad van Ministers.
- Je kunt uitleggen wat de Brexit is.


Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Duitsland heeft natuurlijke bevolkingsgroei
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Frankrijk en Duitsland hebben alle hooggebergte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Welke migranten horen er bij Duitsland?
A
Turken en mensen uit Oost-Europa
B
Surinamers en Russen
C
Amerikanen en Chinezen
D
Algerijnen en Russen

Slide 7 - Quizvraag

Welk begrip hoort er niet bij sociale bevolkingsgroei?
A
Vertrekoverschot
B
Migratie
C
Geboorteoverschot
D
Aantrekkingsgebied

Slide 8 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 9 - Tekstslide

Oorlog
Frankrijk en Duitsland waren vroeger vijanden. In 1870, 1914 en 1939 vochten ze een ruzie uit. 
Hierbij kwamen veel mensen om het leven. 

Slide 10 - Tekstslide

EGKS
In 1951 gingen Frankrijk, Duitsland, Nederland, Belgie, Italie en Luxemburg samenwerken op het gebied van kolen en staal. Dit noemden ze de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Slide 11 - Tekstslide

EGKS
De EGKS werd opgericht zodat de landen gingen samenwerken en ze elkaar konden controleren op het gebied van staal. De landen konden zo niet stiekem een leger opbouwen.

Slide 12 - Tekstslide

EEG
Dit samenwerken ging zo goed dat de landen besloten om economisch nog meer te gaan samenwerken. Dit noemen we de Europese Economische Gemeenschap. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

EU
Steeds meer landen sloten zich aan bij de EEG. Ze groeiden uit tot de Europese Unie. De Europese Unie bestaat vandaag de dag uit 27 landen die samenwerken. 
Groot-Brittannie verlaat dit jaar de EU.

Slide 15 - Tekstslide

Doel van de EU
Het belangrijkste doel van de EU is zorgen voor vrede. In Europa was vroeger veel oorlog, dit willen we voorkomen. Het blijft alleen vrede als er welvaart is in Europa. 

Slide 16 - Tekstslide

Welvaart
Als iedereen genoeg geld verdiend om in zijn behoefte te voorzien, zijn mensen tevreden. Bijvoorbeeld: naar school gaan, een huis of auto kopen, op vakantie gaan, elke dag eten en drinken. 
Als mensen tevreden zijn, gaan ze minder snel stemmen op een politicus met extreme ideeen, zoals Adolf Hitler. 

Slide 17 - Tekstslide

Schengen
Binnen de EU is er vrij transport van mensen en goederen, dat wil zeggen dat je zo de grens over kunt steken naar Duitsland zonder dat je wordt tegengehouden. Niet alle landen van de EU doen mee. 

Slide 18 - Tekstslide

Schengen
Een voordeel van Schengen is dat je niet hoeft te wachten bij de grens, dat is goed voor bijvoorbeeld toerisme en transport. En nadeel is dat criminelen ook zo de grens over kunnen steken. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Belasting
De lidstaten van de EU betalen veel geld aan de EU. Des te rijker een land, des te meer belasting er betaald wordt aan de EU. De EU gaat dit geld dan weer verdelen. Er gaat veel geld naar de armere landen van de EU. Om daar voor meer welvaart te zorgen. 

Slide 21 - Tekstslide

Bestuur
De EU heeft een eigen bestuur. Dat bestuur is best ingewikkeld, het bestaat uit een parlement, een commissie en de raad van ministers. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Europese Commissie
In de Europese Commissie zitten commissarisen die ieder een eigen onderwerp hebben, Bijvoorbeeld landbouw, justitie of ontwikkelingshulp. Een commissaris mag wetsvoorstellen  en regels bedenken voor de EU. Een voorstel gaat naar het Europese Parlement.

Slide 24 - Tekstslide

Europees Parlement
In het Europees Parlement zitten vertegenwoordigers uit alle lidstaten. Deze worden gekozen door alle landen. Des te meer inwoners een land heeft, des te meer vertegenwoordigers. Het Europees Parlement keurt de voorstellen van de Europese Commissie af of goed. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Raad van ministers
In deze raad zitten alle ministers van de EU-landen met hetzelfde onderwerp. Bijvoorbeeld alle ministers van financien. Zij bespreken daar de voorstellen van de Europese Commissie. Deze voorstellen bespreken ze ook met hun eigen land. Pas als alle ministers het eens zijn en het Europees Parlement ook zijn goedkeuring geeft, is er een nieuwe wet. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Brexit
Europa bemoeit zich met een heleboel onderwerpen en vraagt van rijke landen ook veel belasting. Sommige mensen vinden dat niet leuk en willen dat hun land alles zelf beslist. 
De Britten zijn uit de EU gestapt na een referendum en lange onderhandelingen. 

Slide 30 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de EU?
A
Zorgen voor vrede en oorlog
B
Zorgen voor vrede en welvaart
C
Zorgen voor economische groei
D
Zorgen voor vrede en toerisme

Slide 32 - Quizvraag

Wanneer werd de EGKS opgericht?
A
1945
B
1950
C
1951
D
1985

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de betekenis van EGKS?
A
Engelse Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
C
Europese Gemeenschap voor Kaas en Soep
D
Europese Gemeenschap voor Kanonnen en Staal

Slide 34 - Quizvraag

Nederland is 1 van de oprichters van de Europese Unie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Uit hoeveel landen bestaat de EU tegenwoordig?
A
26
B
27
C
28
D
32

Slide 36 - Quizvraag

Welk akkoord zorgt voor vrij verkeer van personen en goederen?
A
Schengen
B
Maastricht
C
Rome
D
Barcelona

Slide 37 - Quizvraag

Welk onderdeel van het EU-bestuur wordt door alle burgers gekozen?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Ministers
D
Europees Hof van Justitie

Slide 38 - Quizvraag

En nu?
We sluiten dit hoofdstuk af zonder toets! 
We doen wel een opdracht over de Europese Unie.

Slide 39 - Tekstslide