LE3 Week 3

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Planning en

Lesopbouw

LE3 Les 3

1. Geef een les van 20 minuten

2. Werk deze uit in gymplanner

3. Uiterlijk inleveren vrijdag 19 december 2025

Opdracht LE04

Planning en

Lesopbouw

1. Je geeft de les aan de hele klas

2. Je geeft de les bij DID of TRK

3. Bepaal vooraf welke rol de docent krijgt

4. Kies een techniek van een sport en

5. Verwerk deze in de doelstelling en beginsituatie

Afspraken

1.

2.

3.

Planning

Lesopbouw

Lesopbouw

Lesopbouw

Introductie

Warming up

Kern

Cooling down

Afsluiting

?

Begin

Einde

Kern

Waar gaan de vragen over?

Inleiding

Warming up

Planning

Lesopbouw

Lesgeven doe je volgens een stappenplan:

Algemene kennis

1. voorbereiden - uitvoeren - evalueren
2. voorbereiden - uitvoeren
3. uitvoeren - evalueren
4. Grove doelstelling formuleren, beginsituatie beschrijven, gedetailleerde doelstelling maken

Het meerjarenplan van de Atletiekunie is een vorm van planning op basis van tijd.

Welke vorm van tijdsplanning wordt hier bedoeld?

1. Meso planning
2. Micro planning
3. Macro planning

Het periodeplan van de C-jeugd (O-15) is een vorm van planning op basis van tijd.

Onder welke vorm valt dit periodeplan?

1. Meso planning
2. Micro planning
3. Macro planning

Een goede lesopbouw is belangrijk.
Om deelnemers te laten oefenen en iets te leren moeten lessen / trainingen bijvoorbeeld geordend en gestructureerd zijn.

Een les / training moet ook fysiologisch veelzijdig zijn. De verschillende bewegingseigenschappen moeten zoveel mogelijk aan de orde komen.

Er zijn vijf bewegingseigenschappen. Welke zijn dat..?

1. Controle, lenigheid. uithoudingsvermogen, kracht en snelheid
2. Lopen, springen, werpen
3. Coördinatie, lenigheid. uithoudingsvermogen, kracht en snelheid
4. Fietsen, lopen, springen, werpen

Een goede lesopbouw is belangrijk.
Om deelnemers te laten oefenen en iets te leren moeten lessen / trainingen bijvoorbeeld geordend en gestructureerd zijn.

Een les / training mag niet bestaan uit willekeurig gekozen oefeningen

Wat betekent dat?

1. Er moet een logische lijn in de oefeningen zitten
2. Het belangrijkste is dat alle deelnemers de oefeningen leuk vinden
3. De oefeningen moeten een samenhangend geheel vormen
4. De bewegingen moeten van makkelijk naar moeilijk gaan

Met de inleiding geef je de lesgroep een eerste indruk. Zorg dat jij jezelf presenteert als een lesgever die de groep onder controle heeft en die zeker is van zijn zaak.

Welke van onderstaande aandachtspunten zijn ook vanzelfsprekend bij de lesintroductie..?

1. Stel deelnemers op zodat ze jou kunnen zien. Kijk tijdens de uitleg enkele deelnemers aan. Spreek lui en duidelijk.
2. Ga dichtbij de groep staan. Kijk tijdens de uitleg enkele deelnemers aan. Spreek luid en duidelijk
3. Je geeft kort weer wat je in de les gaat doen
4. Je geeft de sfeer aan van de les door belangrijke regels te noemen

Functies warming up

Deelnemers moeten zich kunnen concentreren en instellen op bewegingsactiviteiten.

Onder welke functie van de warming up valt dit..?

1. Pedagogische functie
2. Psychologische functie
3. Fysiologische functie

Functies warming up

Deelnemers moeten meestal even hun energie kwijt aan het begin van de les.

Onder welke functie van de warming up valt dit..?

1. Pedagogische functie
2. Psychologische functie
3. Fysiologische functie

Functies warming up

Duidelijk maken wat je van deelnemers verwacht en op welke manier je de les gaat aanpakken.

Onder welke functie van de warming up valt dit..?

1. Pedagogische functie
2. Psychologische functie
3. Fysiologische functie

Functies warming up

Structuur aan de les geven en een veilig leerklimaat realiseren.

Onder welke functie van de warming up valt dit..?

1. Pedagogische functie
2. Psychologische functie
3. Fysiologische functie

Doelstelling

Aan het einde van het 6-6  partijspel kunnen zes van de twaalf deelnemers een sprongschot bij handbal uitvoeren waarbij ik ga letten op de afzet en het moment wanneer ze de bal loslaten.

het 6-6 partijspel

zes van de twaalf deelnemers

een sprongschot bij handbal

de afzet en het moment wanneer ze de bal loslaten

uitvoeren

Bewegingsvorm

Waarneembaar eindgedrag

Omstandigheid

Kwantitatieve minimale eis

Kwalitatieve minimale eis