Wet van behoud van massa

Wet van behoud van massa
Leerdoelen
  • Je weet wat er met de wet behoud van massa wordt bedoelt.
  • Je weet waarom reacties altijd in bepaalde massaverhoudingen met elkaar reageren
  • Je kunt rekenen met massaverhoudingen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wet van behoud van massa
Leerdoelen
  • Je weet wat er met de wet behoud van massa wordt bedoelt.
  • Je weet waarom reacties altijd in bepaalde massaverhoudingen met elkaar reageren
  • Je kunt rekenen met massaverhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat houdt de wet van Lavoisier in?
  • Het is de wet van behoud van massa. 
  • Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

broodje + hamburger (2x) + sla + saus -> hamburger

Slide 5 - Tekstslide

Alle blauwe blokjes hebben een massa van 1 gram
De zwarte blokjes hebben een massa van 2 gram
De rode blokjes hebben een massa van 3 gram.
Dan heb je voor de pijl: (4 x 1) + 2 + (4 x 3) = 18 gram
Na de pijl heb je weer: (4 x 1) + 2 + (4 x 3) = 18 gram

Slide 6 - Tekstslide

Massaverhouding
Elke chemische reactie verloopt met een massaverhouding!

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 8 - Tekstslide

Salmiak maken
waterstofchloride (g) + ammoniak (g) --> salmiak (s)
Het blijkt dat 36 gram waterstofchloride precies met 17 gram ammoniak reageert.
Volgende de wet van behoud van massa ontstaat er dan 53 gram salmiak (36 + 17 = 53 gram).
De massaverhouding is dan 36 : 17 = of te wel 2,1 : 1,0. 

Slide 9 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat de wet van massabehoud is.

Slide 10 - Open vraag

Oefening
De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

Slide 11 - Tekstslide

Hulpmiddel om te rekenen
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.

Slide 12 - Tekstslide

Bij de ontleding van water ontstaan waterstof en zuurstof. Er ontstaat hierbij 160 gram zuurstof. De massaverhouding waterstof : zuurstof is 1 : 8. Hoeveel water is er in het begin aanwezig?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1 van het oefenblad
Natriumkorrels reageren met zuurstof en hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De massaverhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.

 
1. Geef het reactieschema van deze opdracht.
2. Bereken hoeveel gram natriumoxide er kan ontstaan als er 39 gram zuurstof is.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2 van het oefenblad
Kaliumkorrels reageren met chloorgas in de verhouding 2,1 : 1,0 tot de vaste stof kaliumchloride. Hoeveel gram kaliumkorrels is er nodig om 340 gram kaliumchloride te vormen?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3 van het oefenblad
Bij de elektrolyse van koperoxide ontstaan vloeibaar koper en zuurstof.
In de verhouding 1,5 : 3,2. Hoeveel gram koperoxide was er aanwezig als er 50 gram koper ontstaat?

Slide 18 - Tekstslide

Maak deze opdracht in je schrift.

Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?


Oefening

Slide 19 - Tekstslide

Wat is deze leerling vergeten?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Zoek in deze opdracht 3 fouten en 1 goed punt op.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Zoek twee fouten die deze leerling heeft gemaakt.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 22 - Tekstslide

Stel je kan drie punten krijgen. 
1. Juiste reactieschema.
2. Juiste berekening. 
3. Juiste antwoord + eenheid.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Hoeveel punten krijgt deze leerling van jullie?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de "grappige" fout die hier wordt gemaakt?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 24 - Tekstslide


Keukenzout kan je maken door natrium (s) en chloorgas met elkaar te laten reageren. Bereken hoeveel keukenzout kan er ontstaat uit 80 gram chloor?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide


Magnesiumoxide (s) ontstaat door zuurstof te laten reageren met magnesium. Bereken hoeveel gram magnesium er aanwezig was als er 160 gram magnesiumoxide ontstaat? 

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Oefenen
In Teams staat een bestand klaar om te oefenen.

Slide 29 - Tekstslide