Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies
Slide 3 - Tekstslide
Bloedsomloop
De weg die het bloed door het lichaam aflegt, noem je de bloedsomloop.
Slide 4 - Tekstslide
De bloedvaten
Slide 5 - Tekstslide
Slagaders/ haarvaten/aders
Het hart pompt het bloed door de slagaders.
(hierdoor stroomt het bloed naar de organen toe)
In de organen vertakken de slagaders zich in steeds fijnere bloedvaten. De kleinste bloedvaten zijn de haarvaten
De haarvaten komen weer samen in grotere bloedvaten. Door de aders stroomt het bloed weer terug naar het hart.
Slide 6 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
De rechterhelft van het hart
pompt het bloed naar de longen.
Vanuit de longen stroomt het
bloed weer terug naar het hart.
Slide 7 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
Vanuit de kleine bloedsomloop
komt het bloed door in de linkerhelft
van het hart.
Deze harthelft pompt het bloed door
de organen in het hele lichaam.
Vanuit de organen stroomt het bloed weer
terug naar de rechterhelft van het hart.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
3.4 Uitscheiding
Slide 10 - Tekstslide
Doelen
Je kunt de delen van de nieren en de urinewegen noemen met hun kenmerken en functies
Slide 11 - Tekstslide
Uitscheiding
Afvalstoffen moeten uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd.
Dit noem je uitscheiding.
Slide 12 - Tekstslide
Nieren en urinewegen
Door de nierslagader stroom zuurstofrijk bloed naar de nieren.
Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen.
Nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed.
Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren
Slide 13 - Tekstslide
Nieren (1)
Nieren bestaan uit:
1. Nierschors: verwijderen afvalstoffen uit bloed
2. Niermerg: verwijderen afvalstoffen uit bloed
Ze verwijderen ook overtollig water, zouten en andere schadelijke stoffen
Deze stof heet urine.
Slide 14 - Tekstslide
Nieren (2)
3. Nierbekken: Hier wordt urine verzameld.
Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas (tijdelijke opslag)
Urine wordt afgevoerd via de urinebuis
Slide 15 - Tekstslide
3.6 Gezond leven
Doel: Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden
3.6 Gezond leven
(blz: 197 t/m 204)
Maken: opdracht 1 t/m 9
Slide 16 - Tekstslide
Bloeddruk
Het hart pompt het bloed met grote kracht in de slagaders. Daardoor oefent het bloed veel druk uit op de wanden van de slagaders.
Dit noem je de bloedddruk.
Slide 17 - Tekstslide
Slagaderverkalking
Als de wand van een slagader beschadigd is, kunnen witte bloedcellen en vette stoffen uit het bloed in de wand komen. Als die ophopen ontstaat er een verdikking. Dat noem je slagaderverkalking.
Slide 18 - Tekstslide
Hartinfarct
Door de verdikking door slagaderverkalking kunnen scheurtjes ontstaan. Dan stolt het bloed op het scheurtje. (vergelijkbaar met een korstje)
Zo'n bloedstolsel kan een slagader afsluiten. Als dit gebeurd in een kransslagader van het hart, dan krijgt een deel geen bloed mee.
Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af door gebrek aan zuurstof.
Slide 19 - Tekstslide
Gezonde leefstijl
Hart- en vaatziekten is de verzamelnaam voor ziekten aan hart en bloedvaten.