HAVO 3 par 7.4 de overheid ruilt over tijd

Paragraaf 7.4
De overheid ruilt over tijd
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.4
De overheid ruilt over tijd

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is de rijksbegroting en miljoenennota
  • hoe komt de overheid aan haar geld
  • wat is een begrotingstekort of overschot

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 1
wat is de rijksbegroting

Slide 3 - Tekstslide

Rijksbegroting & Miljoenennota

Slide 4 - Tekstslide

Rijksbegroting en Miljoenennota
De Rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het jaar verwacht.


De miljoenennota is een samenvatting van de rijksbegroting

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel 2
hoe komt de overheid aan haar geld

Slide 6 - Tekstslide

Inkomsten voor het Rijk
  • Directe belastingen
  • Indirecte belastingen
  • Sociale premies
  • Niet-belasting ontvangsten (aardgas, boetes)

Slide 7 - Tekstslide

Directe en indirecte belasting

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Sociale verzekeringen
Werknemersverzekeringen:

Deze zijn alleen voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt.
  
De belangrijkste: WW voor werklozen en WIA voor arbeidsongeschikten
Volksverzekeringen:

Hier hebben alle inwoners van Nederland recht op.

De belangrijkste: AOW voor ouderen en ANW voor de achterblijvende partner na overlijden.

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel 3
begrotingstekort- of overschot

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort =    uitgaven > inkomsten
     
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot =    uitgaven < inkomsten
     
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
  • wat is de rijksbegroting en miljoenennota
  • hoe komt de overheid aan haar geld
  • wat is een begrotingstekort of overschot

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag

Maak  uit je boek (blz 196) de vragen 28, 31, 33 en 36
Maak de vragen in deze Lesson Up

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Lees de theorie goed door
Maak de vragen in deze Lesson Up

Slide 16 - Tekstslide

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet de overheid niet om een begrotingstekort op te vangen?
A
Bezuinigen
B
Belastingen verhogen
C
Lenen
D
Staatsschuld aflossen

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 20 - Quizvraag

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke sociale verzekering hoort de WW (werkloosheidswet) ?
A
volksverzekering
B
sociale voorzieningen
C
werknemersverzekering
D
AOW

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?
A
Sociale verzekeringen worden betaald uit premies en sociale voorzieningen worden betaald uit belastingontvangsten
B
Sociale verzekeringen zijn voor alle inwoners en sociale voorzieningen alleen voor mensen in loondienst
C
Sociale verzekeringen bestaan uit werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen uit volksverzekeringen
D
Sociale verzekeringen gaan uit van het solidariteitsbeginsel en sociale voorzieningen niet

Slide 23 - Quizvraag

Hoe worden de sociale verzekeringen betaald
A
premies die inghouden worden op het bruto loon
B
Deze worden betaald met de belastingen

Slide 24 - Quizvraag

Waaruit bestaat de sociale verzekeringen?
A
zorgverzekering
B
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen
C
Sociale voorzieningen en sociale verzekeringen
D
Verzorgingsstaat

Slide 25 - Quizvraag

Er zijn twee soorten sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

SOCIALE VERZEKERINGEN WORDEN BETAALD MET
A
BELASTINGEN
B
UITKERINGEN
C
BOETES
D
PREMIES

Slide 27 - Quizvraag