Lesson 3 Grammar revision

What are we going to do today?
- Grammar revision chapter 5
- Practice with grammar 
- Study words chapter 5 
- Time left? Last presentations

Lesson goal: at the end of the lesson you feel more prepared for the test. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Grammar revision chapter 5
- Practice with grammar 
- Study words chapter 5 
- Time left? Last presentations

Lesson goal: at the end of the lesson you feel more prepared for the test. 

Slide 1 - Tekstslide

Relative Pronouns
Een Relative Pronoun geeft ons meer informatie over dieren/dingen. 

Who: gebruik je bij mensen. 
- The boy who is taking an exam today

Whose: gebruik je als iemand iets bezit of heeft. 
- Robert, whose job is to be a teacher, has a day off today. 

Slide 2 - Tekstslide

Relative Pronouns
Which  gebruik je bij dieren en dingen. 

Which gebruik je wannner je de informatie weg kunt laten. Which staat dan tussen komma's en die zin is niet essentieel. 
- The strawberry ice cream, which is the most popular, is sold out. 
Het gedeelte van which kun je weglaten en de betekenis van de zin is hetzelfde. 

Slide 3 - Tekstslide

Relative Pronouns
That gebruik je bij dieren en dingen. 

That gebruik je als de de informatie NIET weg kunt laten. Je gebruikt in dit geval ook geen komma's. 
- The lasagne that I wanted to eat is gone. 

Slide 4 - Tekstslide

Our new table, ...... is made from recycled wood, looks great.
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 5 - Quizvraag

Estrella, ...... father is the town mayor, gets a lot of pocket money.
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 6 - Quizvraag

The concert ...... I have tickets for was cancelled.
A
who
B
which
C
that
D
whose

Slide 7 - Quizvraag

We gave the man ...... delivered our food a two-euro tip.

Slide 8 - Open vraag

The woman, ..... introduced herself as Sarah, told us to wait.

Slide 9 - Open vraag

This morning, my parents bought the dog ...... they saw in the shelter.

Slide 10 - Open vraag

Sentences
We hebben verschillende soorten zinnen: 
- simple sentences
- compound sentences
- complex sentences

Simple sentences: deze zin heeft 1 onderwerp en 1 werkwoord die de tijd laat zien (toekomst/verleden). E.g.: 
- I cycle to school everyday. 

Slide 11 - Tekstslide

Sentences
Je kunt twee simple sentences bij elkaar voegen door linking words: and, or, but, so. Als je dit doet krijg je: 
Compound sentences. -> I cycle to school everday, but I hate cycling
--> Er zijn dus 2 onderwerpen en 2 werkwoorden. 

Slide 12 - Tekstslide

Sentences

Je kunt een voorwaardelijke/resultatieve bijzin toevoegen door linking words als: because, although, after, when, before, which, that, who, whose. Dan krijg je: 

Complex sentences: 
I cycle to school everyday because I live far away. --> Het naar school fietsen is dus een resultaat van het ver weg wonen. 


Slide 13 - Tekstslide

I saw a man just now who was wearing a blue hat.
A
complex
B
compound
C
simple

Slide 14 - Quizvraag

It's getting late, so I am going to bed now.
A
complex
B
compound
C
simple

Slide 15 - Quizvraag

Becoming a yoga instructor is my dream job.
A
complex
B
compound
C
simple

Slide 16 - Quizvraag

Make one compound sentence:
He works in a restaurant. He liks it.

Slide 17 - Open vraag

Make one complex sentence:
I saw a girl. Her name was Emma.

Slide 18 - Open vraag

Make one compound sentece:
You could read a book. We could take a walk

Slide 19 - Open vraag

Study
Study words chapter 5 in Quizlet for 15 minutes.

or study Grammar in Slim Stampen voor 15 minutes 

In silence. 
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

What did you learn
today?

Slide 21 - Woordweb