3BZ - Some, Any, Every

TODAY:
1. Start van de les (10 min.)
2. Grammar van gister bespreken (10 min)
3. Uitleg nieuwe grammar (10 min)
4. Zelfstandig huiswerk maken (10 min)
5. Tijd voor jezelf (5 min)





Homework
for Friday:




Goal: I can use the present tense + I can use some, any and every
Homework
for today:

X




1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TODAY:
1. Start van de les (10 min.)
2. Grammar van gister bespreken (10 min)
3. Uitleg nieuwe grammar (10 min)
4. Zelfstandig huiswerk maken (10 min)
5. Tijd voor jezelf (5 min)





Homework
for Friday:




Goal: I can use the present tense + I can use some, any and every
Homework
for today:

X




Slide 1 - Tekstslide

Some / Any / Every / No

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Same rules! 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Every
betekent: iedere

I see her every day of the week.

Ook in samenstellingen:
We should help everywhere we can.

Slide 6 - Tekstslide

NO 
betekent: not any (niet/geen)

There will be no sunshine tomorrow. 

Ook in samenstellingen:
There is nowhere I can hang my coat.

Slide 7 - Tekstslide

some- / any- / every- / no-

Slide 8 - Tekstslide

Je gebruikt...
Some --> Bij een beperkt aantal van iets, bij bevestigende zinnen en vragen waarop je ja als antwoord verwacht

Any --> Bij een onbeperkt aantal van iets, bij vraagzinnen en ontkennende zinnen

Every --> Als je het hebt over 'alle' 

Slide 9 - Tekstslide

Can ________ teach him a lesson? He always thinks he can get away with everything.
A
anyone
B
someone
C
everyone

Slide 10 - Quizvraag

We don't have ____ milk left. Could you go to the shop and get some more?
A
every
B
any
C
some
D
no

Slide 11 - Quizvraag

This animal is only found in New Zealand and _____ else
A
nowhere
B
anywhere
C
somewhere
D
everywhere

Slide 12 - Quizvraag

When I arrived at her house there was ________ there. The whole house was empty.
A
anyone
B
no one
C
someone
D
some

Slide 13 - Quizvraag

He didn't see .....one last night. He was home.

Slide 14 - Open vraag

We would love for .....body to stand up and dance.

Slide 15 - Open vraag

________ is at the door. Could you open it?

Slide 16 - Open vraag

I think ________ should have the opportunity to practise a sport.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

TODAY:
1. Start van de les (10 min.)
2. Grammar van gister bespreken (10 min)
3. Vocabulary (10 min)
4. Zelfstandig huiswerk maken (10 min)
5. Tijd voor jezelf (5 min)





Homework
for Tuesday:




Goal: I can use the present tense + I can use some, any and every
Homework
for today:






Slide 19 - Tekstslide

Theme Words - Chapter 1
Let's start today with practising the Theme Words.

Alone or quiz each other in pairs.

Let op spelling! Straks 5x een oefenvraag.


timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Vertaal het volgende woord:
childish

Slide 21 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
trust

Slide 22 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
definitely

Slide 23 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
stubborn

Slide 24 - Open vraag

Vertaal het volgende woord:
out of the question

Slide 25 - Open vraag

Wat weet je nog over de Present Simple en Present Continuous?

Slide 26 - Open vraag

Present Simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present Continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 27 - Tekstslide

Present Simple:
I ______ to school every day.
A
walked
B
walk
C
walks
D
walkedst

Slide 28 - Quizvraag

Present Simple:
She never ______ me out.
A
asked
B
ask
C
asks
D
askedst

Slide 29 - Quizvraag

Present Simple:
Sometimes, that table _____ on its own.
A
moved
B
move
C
moves
D
movedst

Slide 30 - Quizvraag

Present Continuous:
We _________ English classes right now.
A
have
B
am having
C
are having
D
is having

Slide 31 - Quizvraag

Present Continuous:
You __________ at that farm? It's past five!
A
still work
B
am still working
C
are still working
D
is still working

Slide 32 - Quizvraag

Present Continuous:
Hey, what's up? I can't stop, because I ________ my bicycle.
A
ride
B
am riding
C
are riding
D
is riding

Slide 33 - Quizvraag

How do you feel about this Grammar lesson?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Wil je volgende week nog ergens extra uitleg over? Dat mag altijd!
Zo ja. waarover?

Slide 35 - Open vraag