1.6 + 1.7 Roken (ook 1.5 zit erbij)

Start opdracht
Maak het gehele stencil
(Voor en achterkant van het vel)

Klaar:

 
lees in je handboek paragraaf 6 en 7
Maak alvast een lijstje met de dikgedrukte woorden in je schrift. Zorg dat je er nog uitleg bij kan schrijven.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Start opdracht
Maak het gehele stencil
(Voor en achterkant van het vel)

Klaar:

 
lees in je handboek paragraaf 6 en 7
Maak alvast een lijstje met de dikgedrukte woorden in je schrift. Zorg dat je er nog uitleg bij kan schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling in de longblaasjes
A
B

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan gaan we nu verder met de bronchiën
1.5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

de luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 8 - Quizvraag

via wisbord doen
0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

gaswisseling
zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.
detailtekening longblaasjes met bloedvaten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling in de longblaasjes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

via wisbord
je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quizvraag

via wisbord
Opdracht


Lees 1.6 en 1.7 in je handboek
+ Maak een lijstje in je schrift van de dikgedrukte blauwe woorden, zorg dat je de betekenissen erbij kunt schrijven.
Wat je al weet vul je al in



timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Eventueel iets korter als iedereen al klaar is
1.6 Gezonde longen
  • Je moet kunnen omschrijven wat er aan de hand is bij astma, COPD, een allergie en hooikoorts. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Astma
Een blijvende ontsteking aan de longen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

COPD
Beschadiging van de longen die niet meer te herstellen is.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Uitleg wat is COPD?
Allergie
Overgevoelig voor bepaalde stoffen
- Allergische reacties
Hooikoorts
- Door stuifmeelkorrels (pollen)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
  • M: opdr. 21, 22 en 23 (WB)
  • Ga verder met de woordenlijst in je schrift van de dikgedrukte woorden in paragraaf 1.6 en 1.7, schrijf ook de betekenissen erbij op.
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.7 Roken
  • Je moet schadelijke stoffen in sigarettenrook kunnen noemen en de gevolgen van het binnenkrijgen van deze stoffen kunnen beschrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wel eens gerookt?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga later wel eens een sigaret proberen, om te zien of ik het lekker vindt.
A
Ja, zeker!
B
Nee, zeker niet.
C
Misschien

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kost het per maand wanneer je 10 sigaretten per dag rookt?
A
ca. €1
B
ca. €20
C
ca. €50
D
ca. €100

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling tabaksrook
Drie belangrijke onderdelen:
- Teer

- Nicotine

- Koolstofmono-oxide

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                   is de stof in sigaretten die ervoor zorgt dat mensen verslaafd raken aan roken. 

                                   in tabaksrook beschadigt de binnenkant van de luchtwegen. 

Als je                                     inademt, wordt het opgenomen in je bloed. Daardoor is er in het bloed minder plaats voor zuurstof. 
Koolstofmonoxide
Nicotine
Teer

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving
- Je kan niet meer zonder

- Je hebt steeds meer nodig

- Ontwenningsverschijnselen

- Meer dan helft van de dag ermee bezig

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  • M: 1.7: 25, 26 en 27 (WB)
  • M: woordenlijst in je schrift van paragraaf 1.7, schrijf ook de betekenissen erachter.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
M: 1.6: 21, 22 en 23 (WB)
M: 1.7: 25, 26 en 27 (WB)
(volgende les controle huiswerk)
 
M: Woordenlijst in je schrift van paragraaf  1.6 en 1.7, schrijf ook de betekenissen erachter. (volgende les controle) 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies